Выбрать главу

‘Arkin! Waar is ze?’

Arkin maakte geen geluid maar Larisa Sergejeva slaakte een gesmoorde kreet. ‘Ik heb hem niet hierheen gebracht, Viktor, dat zweer ik.’ Ze leek bang voor hem.

Jens negeerde haar. ‘Waar is ze?’ Het pistool was op het hoofd van de rotzak gericht.

Arkin stapte bij de vrouw vandaan. Hij kwam in de open ruimte en keek Jens behoedzaam aan. ‘De ingenieur,’ zei hij zacht. ‘Als je mij doodt, zal zij ook sterven.’

Jens liet het pistool zakken tot het op Arkins rechterknie was gericht. ‘Luister goed. Als je ooit nog wilt kunnen lopen, moet je nu praten. Zeg op, waar zijn ze?’

Arkin keek even naar het pistool en zei niets. ‘Hoe wist je van Larisa?’

‘Jij bent in deze stad niet de enige met ogen en spionnen.’

‘Wat wil je…’

Zijn stem werd afgeknepen toen er van achteren een reusachtige arm om zijn hals werd geslagen. De vrouw begon te gillen.

‘Je herinnert je onze vriend Liev Popkov nog?’ Jens sloeg met het pistool tegen Arkins kaak en hoorde hem kreunen. ‘Hij is om jou door de Ochrana gemarteld. En laten we het gat in mijn borst niet vergeten, dat jij me hebt bezorgd. Het zou ons allebei veel plezier doen als we als tegenprestatie een kogel door jou kunnen jagen.’

‘Laat me eerst zijn kop eraf trekken,’ gromde Popkov.

Larisa jammerde.

‘Nee,’ zei Jens. ‘Eerst een kogel in de rechterknie en daarna in de linker.’

Arkin spartelde in Popkovs greep, maar het was alsof hij aan een beer wilde ontsnappen, en toen zijn arm bijna uit de kom werd gedraaid, hield hij op. Jens kwam dichterbij en zei scherp: ‘Nog één laatste keer, Arkin. Waar zijn ze?’

‘Rot op.’

‘Je mag zelf kiezen.’ Hij richtte het pistool.

‘Laat hem los,’ zei de vrouw.

Ze richtte een revolver op Jens. Haar hand beefde en ze wiebelde nerveus van de ene voet op de andere, maar op deze afstand kon ze niet missen.

‘Larisa,’ zei Jens kalm, ‘doe dit niet. Je zult je kind en jezelf in de ellende storten. Wat jij ook mag besluiten, ik ga deze moordenaar nu regelrecht in zijn been schieten als hij me niet vertelt waar hij de dochters van Ivanov heeft verstopt.’

‘Als je dat doet, zweer ik dat ik je zal doden,’ zei ze. ‘Ik heb hem nodig, als ik mijn baby in leven wil houden.’

‘Dat is een risico dat ik zal moeten nemen.’

Ze greep de revolver nog steviger vast. Hij keek opzij.

‘Arkin, waar is Valentina?’

Arkin staarde naar de vrouw en hield zijn mond dicht. Jens haalde diep adem, maar voor hij de trekker kon overhalen liet Popkov zijn wurggreep opeens varen en stapte bij zijn gevangene vandaan. Voor ze ook maar met hun ogen konden knipperen was Arkin verdwenen.

‘Waar ben jij in godsnaam mee bezig?’ schreeuwde Jens tegen de grote man.

‘Die kleine muis zou je hebben vermoord. En wat heeft Valentina nog aan jou als je dood bent?’

Hoeveel geef je? Die vraag bleef hardnekkig in Valentina’s hoofd hangen. Wat is de prijs? Wat is de prijs die een mens hoor te betalen en waar trek je een grens? Wanneer zeg je nee, genoeg is genoeg?

Wie zegt er waar schuldgevoelens beginnen en waar schuldgevoelens ophouden?

Valentina stond met haar gezicht tegen het tralierooster gedrukt en ademde de geuren van de natte vlakte in. Ze luisterde naar de vogels alsof dit de laatste keer was dat ze hun lied hoorde. Ze tuurde door het gaas naar de hut met open zijkant buiten, waarin houtblokken in slordige rijen lagen opgestapeld. Een rat met een oor dat er voor de helft af was gescheurd, staarde haar vanuit de houtstapel achterdochtig aan.

‘Valentina, denk je dat we morgen naar huis zullen gaan?’ Ze draaide zich om en keek naar haar zusje op het bed. Er liepen grijze strepen, als de sporen van tranen, van haar neus naar haar mondhoeken. Valentina glimlachte. ‘Natuurlijk gaan we morgen naar huis.’

Het was laat toen Arkin die avond weer bij de izba terugkeerde en de deur opendeed. Valentina hoorde de klap van de scharnieren en ving het geluid van slepende voetstappen op de vloerplanken op. Geen goede dag dus. Ze hoorde slechts een paar minuten wat lage mannenstemmen voordat de buitendeur weer dichtsloeg en Mazjik hevig vloekend het erf af liep. Arkin klopte niet aan, hij maakte de deur naar hun kamer gewoon open en liep naar binnen. Zelfs die beleefdheid kon hij niet opbrengen.

Dobri vetsjer, goedenavond,’ begroette Valentina hem.

‘Hier is brood en water voor vanavond.’

‘Morfine?’

Njet.

‘Mijn vader heeft niet betaald?’ vroeg Katja vanaf het bed.

‘Nee.’

Katja deed haar ogen dicht, sloeg een arm over haar gezicht en nam verder geen deel aan het gesprek.

‘Niets voor haar?’ vroeg Valentina.

‘Nee.’

Haar vingers jeukten om zijn ogen uit zijn hoofd te krabben.

De armen waren gemakkelijk om te kopen. Jens kon hun woorden kopen, maar hij verwachtte niet hun loyaliteit te kunnen kopen. De avond had niets opgeleverd. Hij vloekte aan één stuk door.

Valentina. Toen hij de rokerige kroegen in de achterbuurten afzocht, ving hij vanuit zijn ooghoeken voortdurend een glimp van haar op, in haar blauwe jurk, met die elegante beweging van haar heupen en de manier waarop ze bij een begroeting haar hoofd omhoog keerde. Haar donkere ogen die hem plaagden. Maar elke keer dat hij zich omdraaide, was ze verdwenen. Valentina. Verdwijn niet, geef het niet op. Blijf hier. Blijf. Bij mij.

Hij had met haar vader gesproken en het was een verhitte woordenwisseling geweest. Minister Ivanov was een man die het niet op prijs stelde als hem werd verteld wat hij moest doen, maar het was duidelijk dat hij veel van zijn dochters hield en voor hen had hij zich ertoe verlaagd om op zijn knieën te smeken. Maar banken, rijke vrienden, collega-ministers en zelfs de joodse geldschieters hadden allemaal nee gezegd. Een half miljoen roebels, dat was te veel nu hij toch al zo zwaar in de schulden zat. Maar Viktor Arkin nam geen genoegen met minder, dat was wat hij voor de revolutie had geëist. Jens probeerde zelf het geld bijeen te brengen met het land dat hij samen met Davidov bezat, maar hij kwam er niet eens bij in de buurt. De moeder had er al die tijd star en zwijgend bij gezeten, met een asgrauw gezicht.

Het was pas halverwege die vreselijke dag dat Jens op de gedachte kwam dat Arkin misschien helemaal niet op het geld uit was en dat hij daarom het bedrag zo hoog had gesteld. Wat hij wilde was de familie Ivanov raken, de zusjes laten lijden. Hij had zijn revolutie in hun leven laten binnendringen. Bij dit inzicht hield Jens op met het praten met banken en begon hij te zoeken in de achterafkamertjes en rokerige kelders waar mannen met rode pamfletten in hun zak bijeenkwamen om over woede en vernietiging en een nieuwe wereldorde te praten.

‘Er is een plek.’

‘Waar?’

‘Ergens…’ De man met het sproetige gezicht gebaarde in de richting van het raampje van de naargeestige kroeg waarin ze zaten. ‘Ergens in het moerasland.’

Jens legde een briefje van vijftig roebel tussen hen op de tafel. ‘Waar in het moerasland?’

‘Ik weet het niet. Echt, ik heb het ook pas net gehoord. Een eind buiten de stad.’

Jens slaakte een overdreven zucht en stopte het briefje weer in zijn zak maar schonk de man wel een nieuwe hoeveelheid wodka in.