Выбрать главу

’Ken jij die man?’

Ze bekeek de foto en knikte.

’Mijn Antonie.’

Jouw Antonie?’

Blonde Sientje knikte.

’Mag ik zeggen. Hij komt al bijna vijf jaar bij mij over de vloer.’

’Op woensdag.’

Blonde Sientje keek verrast naar hem op.

’Je bent goed geïnformeerd.’

De Cock glimlachte.

’Meestal.’

Blonde Sientje gaf de foto terug.

’Het is een nette vent. Geen klant voor jou. Wat moet je van hem?’

De Cock schudde zijn hoofd.

’Niets. Wij hebben hem gevonden met een ponjaard in zijn rug, een soort dolk in de vorm van een kruis. De steek was fataal.’ Blonde Sientje keek hem geschrokken aan.

’Hij is dood?’

’Ja.’

Over de wang van Blonde Sientje gleed een zenuwtrek. ’Scheelt mij vijf meier[4] in de week.’

De Cock boog zich iets naar haar toe. Om zijn mond lag een verbeten trek.

’Is dat de enige gedachte die bij je opkomt?’

Blonde Sientje sloeg haar handen voor haar gezicht. Ineens was haar pose weg. Haar lichaam schokte. Ze nam haar handen van haar gezicht weg. Tranen gleden over haar wangen, drupten op haar kimono.

’Ik… ik,’ snikte ze. ’Ik hield van die vent. Echt, ik hield van die vent. Hij was de eerste man die mij met respect behandelde. Hij heeft mij een huwelijksaanzoek gedaan, vorige week. Hij zou met mij trouwen, zo gauw hij van dat wijf af was.’

11

De Cock wachtte geduldig tot haar lichaam niet meer schokte en ze met een minuscuul zakdoekje haar tranen had gedroogd. ’Hoe oud ben je, Sien?’ begon hij rustig.

’Achtendertig.’

’Antonie de Lavaterne was achtenveertig.’

Er keerde weer iets van haar strijdlust terug.

’Mag dat niet?’

De Cock glimlachte.

’Jij nam zijn huwelijksaanzoek serieus?’

Blonde Sientje knikte heftig.

’Antonie had een bar slecht huwelijk.’ Ze zweeg even en trok wrevelig haar schouders op. ’Ik weet wel dat alle hoerenkerels zeggen dat ze bij hun eigen vrouw niet terecht kunnen, maar bij Antonie was dat waar. Ze hadden al jaren geen gemeenschap meer. Bovendien controleerde ze zijn hele gedrag. Ze volgde elke stap die hij deed.’

’Behalve op woensdag.’

Er gleed een glimlach om haar mond.

’”Binnenkort,” zei Antonie laatst, ”is elke dag voor ons een woensdag.”’

De Cock keek haar schattend aan.

’Sinds wanneer heeft Antonie de Lavaterne gesuggereerd dat hij met jou in het huwelijk zou treden?’

De ogen van Blonde Sientje flikkerde.

’Het was geen suggestie,’ reageerde ze fel. ’Antonie meende wat hij zei.’

De Cock maakte een afwerend gebaar.

’Ik gebruikte een verkeerd werkwoord,’ sprak hij verontschuldigend. ’Wanneer sprak hij voor het eerst over zijn plannen met jou?’

’Ongeveer een jaar geleden.’

De Cock veinsde onbegrip.

’Wat hinderde hem om zijn plannen uit te voeren?’ Blonde Sientje kneep haar lippen samen.

’Zij,’ riep ze bits.

’Zijn vrouw?’

Blonde Sientje knikte.

’Toen hij ’s morgens tijdens het ontbijt eens voorzichtig informeerde hoe zij over een eventuele echtscheiding dacht, werd ze woedend en smeet een mand met brood naar zijn hoofd. Ze gaf Antonie tevens te verstaan dat ze van hem een enorm bedrag aan alimentatie zou eisen.’

’En?’

Blonde Sientje liet haar hoofd iets zakken.

’Antonie wilde niet,’ sprak ze weifelend, ’dat ik na ons huwelijk in de prostitutie bleef. Dat idee stond hem tegen. Hij wilde mij als een… eh, als een normale echtgenote. Wanneer hij aan de wurgende eisen van zijn vrouw tegemoet zou komen, dan kon hij mij niet het leven schenken dat hij wenste.’ De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

’Een uitzichtloze situatie.’

Blonde Sientje schudde haar hoofd.

’Antonie had, zo zei hij, een project in voorbereiding dat hem zoveel geld zou opleveren, dat hij zijn plannen met mij volledig kon uitvoeren, ondanks de vreemde grillen van zijn vrouw.’ ’Wat voor een project?’

Blonde Sientje maakt een hulpeloos gebaar.

’Een kostbaar pand dat hem was toegezegd, waarvoor hij alleen nog maar een koper moest vinden.’

’Waar stond dat pand?’

Blonde Sientje schudde haar hoofd.

’Weet ik niet.’

’In Amsterdam?

Blonde Sientje toonde een lichte ergernis.

’Dat weet ik niet,’ herhaalde ze kribbig. ’Ik heb nooit naar bijzonderheden gevraagd. Waarom zou ik? Ik begrijp toch niets van bankzaken.’

’Heeft hij namen genoemd van mensen die bij dat project van hem betrokken waren?’

’Niet dat ik mij kan herinneren.’

De Cock boog zich vertrouwelijk naar haar toe. Hij tikte met de toppen van zijn vingers tegen zijn voorhoofd.

’Denk nog eens goed na, Sien,’ sprak hij indringend. ’Ik ben op zoek naar de moordenaar van Antonie, maar ik heb nog steeds geen idee in welke richting ik die moet zoeken. Heeft Antonie mogelijk in vertrouwen iets tegen jou gezegd wat mij kan helpen?’

Blonde Sientje zuchtte diep.

’Ik weet alleen dat hij bang was. Wanneer wij samen op straat liepen, dan liet hij mij voortdurend omkijken om te zien of iemand ons volgde.’

De Cock reageerde wat geprikkeld.

’Voor wie was hij bang? Voor wat?’

Blonde Sientje zuchtte opnieuw.

’Er was een man met wie hij op gespannen voet leefde. Een man die hem angst inboezemde, een man van een organisatie, van een geheim genootschap. Het leek wel een soort maffia. Zo sprak Antonie erover. Die man had hem gedreigd om wraak te zullen nemen.’

’Wraak?’

Blonde Sientje knikte.

’Antonie deed daar nogal vaag over. Hij zou bij een transactie net even sneller, even slimmer zijn geweest dan die man en dat had bij die man kwaad bloed gezet.’

De Cock knikte begrijpend.

’En die man behoorde bij een geheim genootschap, een soort maffia?’

Blonde Sientje knikte opnieuw.

’Dit teken maakte Antonie altijd als hij over dat geheim genootschap sprak.’ Ze stak haar beide wijsvingers om hoog en schoof ze kruisend over elkaar. ’Het had iets te maken met een kruis.’

De Cock stapte de volgende morgen na een korte, maar verkwikkende nachtrust — dit keer slechts een klein half uurtje te laat — opgewekt de grote recherchekamer binnen. Met een zoete grijns op zijn gezicht wierp hij zijn oude hoedje succesvol naar een haak van de kapstok en trok vals fluitend zijn regenjas uit.

Tot zijn verbazing trof hij Vledder zittend achter zijn bureau met zijn armen over elkaar.

De oude rechercheur nam tegenover hem plaats. Hij stak zijn handen omhoog en liet zijn vingers dansen.

’Niets te doen?’

Vledder schudde zijn hoofd.

’Wij zijn klaar.’

’Waarmee?’

’De zaak van de tempeliers.’

’O, daar weet ik niets van.’

Vledder knikte.

’Rechercheurs van de regio Gooi- en Vechtstreek hebben vannacht Robert Finken gearresteerd. Ze belden mij vanmorgen op. Ze wilden een proces-verbaal van bevindingen inzake de moord op Antonie de Lavaterne.’

’Waarom?’

’Ze vroegen of wij er bezwaar tegen hadden dat beide zaken werden samengevoegd. Twee identieke moorden en zij hadden de dader gearresteerd.’

De Cock maakte een grimas.

’Ze zullen hem weer los moeten laten.’

Vledder keek hem verrast aan.

’Robert Finken?’

De Cock knikte.

’Hij bekent nooit.’

’Waarom niet?’

’Omdat hij die moorden niet heeft gepleegd.’

вернуться

4

Bargoens voor een bankbiljet van honderd gulden