Выбрать главу

“Ze veranderde de identiteit,” zei Vledder. De Cock knikte.

“Ze zorgde ervoor dat bij het lijk van Jasper van Houweningen identiteitsbescheiden van haar broer Adriaan werden gevonden…en ze veranderde in alle computers van het AMC Jasper van Houweningen in Adrnian van der Spek.”

“Jasper van Houweningen werd als Adriaan van der Spek begraven.”

“Precies.”

Vledder maakte een grimas.

“Het verhaal waarmee Adriaan van der Spek, alias Jasper van Houweningen, bij ons kwam, klopte van geen kant.”

De Cock schudde zijn hoofd.

“Er was geen chauffeur met bloemen en een uitnodiging van Peter van Gulpen. Logisch, dat wij die chauffeur en de verkoper of verkoopster van de bloemen nooit hebben kunnen vinden.”

“Het was toch stom om met dat verhaal naar ons toe te komen.”

“Ik…eh, ik heb,” ging De Cock verder na een moment van stilte, “gisteren lange tijd met Chrisje gesproken. Het is nooit hun plan geweest om straffeloos te blijven. Na de moord op Rudolf Leeuwenhoek zouden zij samen tot een besluit komen of zij zich zouden melden of niet.”

“Gek.”

De Cock schudde zijn hoofd.

“Het verhaal dat Chrisje mij gisteren vertelde, was heel geloofwaardig. Zij voelden zich niet schuldig aan de moorden die zij pleegden. Volgens hen waren het geen moorden. Chrisje omschreef ze als een daad van gerechtigheid, daarop was ook hun verdediging gebaseerd, indien zij zich na de moorden zouden melden.”

De oude rechercheur zuchtte. Hij schonk zichzelf en de anderen nog eens in. De lange uiteenzetting had hem vermoeid. Het gesprek werd algemener. De gruwelijke moorden zakten wat naar de achtergrond.

Mevrouw De Cock ging naar de keuken en kwam terug met schalen vol lekkernijen. Plotseling lachte Vledder uitbundig.

“De Cock!” riep hij luid.

“Je hebt dit keer helemaal geen moeie voeten gehad.”

De oude rechercheur spreidde glimlachend zijn handen.

“De geniepige duiveltjes met hun spelden hebben mijn kuiten met rust gelaten. Ik denk dat ze er nooit aan hebben getwijfeld dat ik de zaak zou klaren.”

Het was al vrij laat toen alle gasten waren vertrokken. Mevrouw De Cock schoof een poef bij en ging voor de fauteuil van haar man zitten.

“Ik ben niet helemaal tevreden,” opende zij, “met jouw uitleg van vanavond.”

“Wat mankeert eraan?”

“Je bent op de opmerking van Vledder, dat het stom van hen was om met zo’n vreemd verhaal naar jou toe te komen, niet ingegaan.”

De Cock glimlachte.

“Ik vond het niet relevant.”

“De wel.”

De Cock boog zich iets voorover.

“Het verhaal…het scenario was van Chrisje, alias Angela Molenpad. Ze wilde na vijfentwintig jaar van gedachten aan wraak, dat hun eerste moord snel openbaar zou worden. Ter voorbereiding op de moorden had ze veel over misdaad gelezen…ook over zaken die in het verleden door Vledder en mij waren behandeld. Ze had grote waardering gekregen voor de wijze waarop ik de zaken aanpakte. Voor haar gevoel was ik een soort idool. Ze besloot als een soort eerbetoon, dat ik die eerste moord van hen mocht ontdekken. Daartoe gaf ze middels haar broer Adriaan, alias Jasper van Houweningen, aanwijzingen genoeg. Vledder en ik ontdekten inderdaad de vermoorde Peter van Gulpen. Chrisje verheugde zich erop om door mij over haar verhaal te worden verhoord, maar in de nacht na die eerste moord werd ze opeens bang.”

Mevrouw De Cock fronste haar wenkbrauwen.

“Bang?”

De Cock knikte.

“Chrisje overdacht dat het…gezien mijn reputatie…niet ondenkbaar was dat ik haar tijdens dat verhoor tot een bekentenis zou leiden…dat ik hun plannen zou doorzien. Dat kon niet, en dat mocht niet, er waren nog drie moorden te gaan.”

Mevrouw De Cock glimlachte.

“Ik begrijp het. Ze ontliep het verhoor en verdween spoorloos.”

“Juist.”

Mevrouw De Cock stak haar vinger op.

“Nog iets.”

“Wat?”

“Ze hebben het vanavond niet gevraagd…maar wat betekenden op het voorhoofd van de slachtoffers die twee ruiten als brandmerk?”

De Cock gebaarde.

“Adriaan van der Spek had zes stukken koper aan elkaar gesoldeerd in de vorm van twee ruiten. Wanneer men die twee ruiten in het midden horizontaal doorsnijdt, dan ontstaan twee letters…de M en de W.”

“En dat betekent.”

De Cock schonk zich nog eens in.

“De gevoelens,” sprak hij somber, “waardoor broer en zus werden verteerd: Moord en Wraak.”

EOF