Выбрать главу

'Dat is hypothetisch.'

De Cock knikte instemmend. Toch voel ik dat zo. Adelheid van Heerlen was nieuw voor hem.'

Vledder reageerde niet.

Toen ze de hal van het politiebureau binnenstapten, wenkte Jan Kusters De Cock met een kromme vinger. De oude rechercheur slenterde traag naar de balie en boog zich eroverheen.

'Ga je mij iets leuks vertellen?' vroeg hij vriendelijk.

De wachtcommandant schudde zijn hoofd. 'Daar zit ik hier niet voor,' bromde hij. Hij wees omhoog. 'Boven op de gang zit een jongeman op jou te wachten.'

'Heb je zijn naam opgenomen?'

Jan Kusters schoof een notitieblaadje naar zich toe. 'Roger ter Beek. Ik zei hem dat jij er niet was en dat ik niet wist wanneer je terug zou komen. Hij stond erop te blijven wachten. Toen heb ik hem maar naar boven gestuurd.'

De Cock knikte. Hoe vaak was dit hem al overkomen? Hij draaide zich traag om en liep de stenen trappen op naar de tweede etage.

Vledder volgde met lichte tred.

Roger ter Beek bleek een jongeman, gekleed in een verschoten spijkerbroek en een ruimvallend vaalblauw jack. De Cock schatte hem op rond de vijfentwintig jaar. Hij had grijsgroene ogen in een bleek gezicht met iets oplopende jukbeenderen. Zijn vlasblond haar eindigde bij zijn nek in een staartje.

De Cock liet hem op de stoel naast zijn bureau plaatsnemen. 'Wat verschaft mij het genoegen van uw komst,' opende hij beminnelijk.

Roger ter Beek boog zich naar hem toe. 'Is die De Graaf al terecht?'

De Cock fronste zijn wenkbrauwen. 'Welke De Graaf?' veinsde hij vol onbegrip.

'De vader van mijn ex-vriendin. Ik heb een goed jaartje met Florentine de Graaf samengewoond.'

'Daar heb ik iets van gehoord,' reageerde De Cock. 'Waarom zijn jullie uit elkaar gegaan?'

Roger ter Beek zuchtte. 'Ze kleefde aan haar moeder vast. Het leek wel een Siamese tweeling. Die twee waren bijna griezelig met elkaar verstrengeld. Daar hadden we nog wel eens woorden over.'

'En dan mepte jij er lustig op los.'

Roger ter Beek verkrampte. 'Wie zegt dat?'

De Cock wuifde de vraag weg. 'Wie heeft jou verteld dat de vader van je ex-vriendin zoek is?'

Roger ter Beek verschoof iets op zijn stoel. 'Ik heb een kennis bij de politie. Die jongen weet dat ik een jaartje met Florentine de Graaf heb samengeleefd. Hij vertelde mij dat u per telex de opsporing van haar vader had verzocht.'

'En dat maakte u nieuwsgierig?'

'Zeker.'

'U weet waar hij is?'

Roger ter Beek schudde zijn hoofd. 'Geen flauw idee.'

De Cock keek hem niet-begrijpend aan. 'Wat komt u dan doen?'

Roger ter Beek maakte een hulpeloos gebaar. 'U helpen,' riep hij verongelijkt. 'Van Florentine heb ik destijds begrepen dat die oude De Graaf een vrolijke schuinsmarcheerder was. Een echte liefhebber, zal ik maar zeggen. Haar moeder vond dat verschrikkelijk… ging daaronder gebukt. Ze was hem liever kwijt dan rijk.'

De Cock tuitte zijn lippen. 'Die indruk had ik niet.'

Roger ter Beek grijnsde. 'Dan heeft zij u aardig om de tuin geleid. Dat is zo haar maniertje. Ze doet altijd voorkomen dat haar huwelijk perfect is. Geen vuiltje aan de lucht.'

'Dat "vuiltje" was er wel?'

Roger ter Beek knikte nadrukkelijk. 'Ze wilde van hem af.'

De Cock trok zijn schouders op. 'Dat is in onze moderne tijd toch geen probleem meer?'

Roger ter Beek duimde over zijn schouder. 'Voor haar blijkbaar wel. Florentine en haar moeder hebben samen zelfs plannen gemaakt om hem van kant te maken.'

'Wat?'

Roger ter Beek knikte opnieuw. 'Ze wilden hem vermoorden.'

4

De woorden van Roger ter Beek bleven secondenlang tegen de wanden van de recherchekamer kleven. Van schrik liet Vledder een ballpoint uit zijn vingers vallen. De pen kletterde op zijn bureau.

De Cock wachtte tot het geluid was verstomd. Toen keek hij Roger ter Beek scherp, onderzoekend aan. 'Weet u wel wat u zegt?' vroeg hij kil.

De jongeman knikte overtuigend. 'Ze wilden hem uit de weg ruimen.'

De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi. 'Dat is een zware beschuldiging.'

'Dat realiseer ik mij,' antwoordde Roger. 'Ik ben ook schoorvoetend hierheen gekomen… heb voor de deur van het politiebureau geaarzeld of ik wel naar binnen zou gaan.'

De Cock strekte zijn rechterarm naar hem uit. 'Hebben Florentine en haar moeder u in die plannen tot moord gekend?'

'Ik… eh, ik weet niet,' antwoordde Roger aarzelend, 'hoe ik uw vraag moet opvatten… wat u precies bedoelt.'

De Cock boog zich iets naar hem toe. 'Of u met hen in details bent getreden… over het hoe en waarom… over de wijze van uitvoering…'

Roger zwaaide afwerend. 'Ik… eh, ik was geen deelgenoot. Ik heb aan die plannen tot moord niet meegewerkt. Ik zat niet in het complot.'

'Hoe kende u ze dan… die plannen tot moord?'

Roger spreidde zijn handen. 'Door Florentine. Uit de tijd toen we nog samen waren. Florentine had wel eens meer gezegd: vandaag of morgen maken moeder en ik hem van kant. Maar aan die opmerkingen heb ik nooit enige waarde gehecht. Ik ben daar nooit serieus op in gegaan.'

'U geloofde niet dat het ernstig was gemeend?'

Roger ter Beek schudde zijn hoofd. 'Mensen zeggen wel eens meer vreemde dingen als ze kwaad zijn.

Ondoordacht. En er was bij hen nog wel eens heibel in de tent. De vader en moeder van Florentine hadden vaak ruzie.'

'Ook waar u bij was?'

Roger ter Beek grijnsde. 'Dan stonden hun smoeltjes glad. De schijnheiligheid droop van hun gezicht.'

'U was niet zo erg op uw… eh, uw toekomstige schoonouders gesteld?'

'Beslist niet,' antwoordde Roger fel. 'Ze hebben mij in feite nooit geaccepteerd. Ze waren er echt niet blij mee dat Florentine bij mij introk.'

'U wist van hun onderlinge ruzies door Florentine?'

Roger ter Beek knikte. 'Florentine kwam na een bezoek aan haar ouders altijd geagiteerd en opgewonden thuis. En dan moest ik haar jeremiades aanhoren.'

De jongeman zweeg even. Hij dacht na en vervolgde toen: 'Florentine koos altijd de zijde van haar moeder… in elk geschil. Ze kon het bloed van haar vader wel drinken.'

De Cock wreef met zijn vlakke hand over zijn breed gezicht en dacht enige seconden na. 'Wanneer kwam u tot de gedachte dat de plannen om de heer De Graaf te vermoorden geen loze kreten waren, maar wel degelijk ernstig waren gemeend?'

Roger liet zijn hoofd iets zakken en slikte. 'Toen Florentine mij vroeg,' sprak hij zacht, 'of ik haar een pistool kon bezorgen.'

Nadat Roger ter Beek uit de recherchekamer was vertrokken, kwam Vledder van achter zijn bureau vandaan, pakte de stoel naast het bureau van De Cock en ging daar achterstevoren op zitten.

'Gaan we ze arresteren?'

'Wie?'

'Moeder en dochter.'

De oude rechercheur keek naar hem op. 'Roger ter Beek zegt dat hij dat pistool nooit heeft geleverd… dat hij botweg heeft geweigerd om Florentine een vuurwapen te bezorgen. Volgens hem was die weigering de werkelijke reden van hun scheiding. Bovendien wilde hij geen medeplichtige worden.'

Vledder knikte. 'Maar Florentine en haar knappe moeder… dat is toch wel duidelijk… hadden moordplannen, en Ferdinand de Graaf is wel met een vuurwapen afgemaakt.'

De Cock leunde achterover in zijn bureaustoel. 'Ik weet niet,' formuleerde hij nadenkend, 'of dat wel zo duidelijk is. We hebben alleen het verhaal van Roger ter Beek. Mijn oude moeder zegt altijd: je kijkt ze wel voor de kop, maar niet in de krop. Het is mij nog duister waarom hij ons zijn verhaal kwam vertellen.'