Выбрать главу

‘Je hebt,’ ging ze verder, ‘toch geen moment gedacht, dat ik jouw verhaaltje over de nuttigheid zou geloven? Peet… heb je dat gedacht?’

Ik schudde mijn hoofd.

‘Je hebt gelijk,’ zei ik timide. ‘Het was een leugen.’

‘Wat was dan de reden?’ vroeg Klaas.

Ik antwoordde niet direct. Ik wist zijn ogen op mij gericht. Ik kende ook de spanning op het gezicht van mijn vrouw.

‘Ik… eh, ik…’ stamelde ik, ‘ik ben medeschuldig aan zijn daad.’

‘Medeschuldig?’

Het was de stem van Klaas.

‘Ja,’ zei ik langzaam, ‘medeschuldig. Ik had die tweede moord kunnen voorkomen. Van Duuren is het slachtoffer geworden van mijn fouten, van mijn gebrek aan scherpzinnigheid.’ Ik keek opnieuw naar mijn vrouw. Haar ogen hadden weer die zachte uitdrukking, die ik zo goed kende.

Ze knikte mij bemoedigend toe.

‘Het is niet prettig,’ zei ik zacht, ‘om je eigen fouten aan anderen te moeten bekennen. Dat is nooit prettig. Maar het is moreel gesproken een misdaad om een ander voor je eigen fouten te laten boeten. Zo voel ik dat en in die geest heb ik gehandeld.’ Ik zuchtte.

‘Wanneer ik scherpzinniger was geweest, bedachtzamer, oplettender, dan had Van Duuren zijn daad nooit kunnen plegen. Ik had dan zeker — net als De Cock later — reeds een dag na de moord op Anna Bentveld, in het huis van Mooie Bertus de broek met de bloedspatjes en het pakje met de twintigduizend gulden gevonden. Zie je, voldoende aanwijzingen om Bertus te arresteren. Van Duuren had dan geen moord gepleegd en Bertus had nog geleefd. Begrijpen jullie nu hoe groot mijn schuld is? Begrijpen jullie dat?’ Ik sloeg met mijn hand op mijn borst. ‘Ik… eh, ik ben er geweest. Ik was een dag na de moord in de woning van Bertus. Ik had de bewijzen zo kunnen plukken. Maar ik heb niet doorgedacht. Ik… ik heb gewoon niet doorgedacht.’ Ik schudde mijn hoofd en balde mijn vuisten.

‘Ik kan mij nu nog voor mijn kop slaan. Waarom was ik niet scherper? Waarom heb ik het niet gezien? Ik ken toch mijn werk? Ik ben een oude rot in het vak.’

Ik streek met mijn hand langs mijn ogen en slikte.

‘Begrijpen jullie nu waarom ik Van Duuren niet arresteerde? Ik voelde mij zo schuldig aan zijn daad, dat ik het eenvoudig niet kon. Ik kon het niet. De gedachte…’

Ik schudde opnieuw mijn hoofd.

‘Nee, ik ben net zo schuldig aan de dood van Bertus als hij.’ Klaas reageerde fel.

‘Maar jij kon toch nooit weten wat Van Duuren van plan was,’ riep hij geëmotioneerd. ‘Jij kon zijn daad toch niet voorzien?’ Ik keek hem aan.

‘Nee,’ zei ik, ‘zijn daad kon ik niet voorzien. Maar maakt dat enig verschil? Ik had zijn daad kunnen voorkomen.’ Klaas schudde verbeten zijn hoofd.

‘Van Duuren had die moord toch niet behoeven te plegen,’ antwoordde hij heftig. ‘Niemand dwong hem. Het was zijn eigen vrije wil. Ongeacht jouw fouten… die ik overigens nog lang niet als fouten zie… is Van Duuren toch zelf verantwoordelijk voor zijn daad.’ Ik knikte.

‘Je hebt gelijk, Klaas. Ook hij is verantwoordelijk. Maar je begrijpt toch, dat ik hem niet in triomf kon meeslepen. Ik heb de keuze aan hem gelaten.’

‘Keuze?’

‘Ja,’ zuchtte ik. ‘Van Duuren en ik hebben er samen lang over gesproken. Ik heb hem verteld waarom ik hem niet naar een politiebureau bracht. Hij kon zichzelf melden, heb ik gezegd, wanneer hij dat wilde, wanneer hij zich zijn eigen verantwoordelijkheid bewust was. Ik heb hem gezegd dat ik mijn ontslag bij de recherche zou nemen, wanneer hij zich niet zou melden, wanneer ik vandaag geen bericht kreeg, dat hij zich als dader van de moord op Bertus had bekend gemaakt.’

‘En…?’

Ik schonk hem een matte glimlach.

‘Hij is onderweg.’

Zo tegen een uur of elf nam Klaas afscheid. Opnieuw beloofde hij mij te zullen zwijgen over mijn aandeel in de zaak-Anna Bentveld.

Ik glimlachte.

‘Je bent nog zo jong,’ zei ik. ‘We krijgen op den duur zo allemaal onze geheimen.’

Hij schudde ons hartelijk de hand en vertrok. Aan de deur wuifden wij hem na.

Ik ging terug naar mijn fauteuil en schonk mij nog eens in. Mijn vrouw kwam bij mij zitten.

‘Waarom heb je hem niet van de baby verteld?’ vroeg ze. Ik staarde in mijn glas.

‘Er is nog meer, dat ik hem niet vertelde. Ik heb Van Duuren ook nog een belofte gedaan.’

‘Een belofte?’

Ik knikte traag.

‘Hij vroeg mij of ik de opvoeding van het kind op mij wilde nemen, wanneer hij zich voor de moord zou melden. Ik had hem verteld, dat ons huwelijk kinderloos was gebleven.’

‘En…?’

Ik wreef met de rug van mijn hand langs mijn voorhoofd.

‘Ik… eh, ik heb aanvankelijk geweigerd. Ik durfde het niet goed aan. Maar uiteindelijk heb ik toch “ja” gezegd.’

Haar ogen begonnen te schitteren.

‘Bedoel je…’

Ik knikte.

‘We krijgen de baby van Anna in huis.’

Ze zakte weg in haar fauteuil en staarde peinzend in het niets. Ik keek haar vertederd aan. Ze zat daar in een houding die mij zo vertrouwd was. De handen in haar schoot, het hoofd een beetje schuin. Om haar lippen speelde een gelukkige glimlach.