Выбрать главу

De Cock maakte een berustend gebaartje.

'Het staat u vrij,' sprak hij gelaten, 'om over onze Nederlandse justitie te denken zoals u wilt. Maar u moet wel beseffen… als klasseloze, zoals u dat noemt, had u zich geen comfortabel verblijf als banneling kunnen veroorloven… evenmin had u de beschikking gehad over de duurste advocaat die in Nederland is te consulteren; compleet met een geblindeerde limousine plus chauffeur.'

Ramón Baveling trok achteloos zijn schouders op.

'Ik zei u, mijn antwoord zal u niet bevallen, maar het is mijn motivering van mijn vlucht… als onschuldige.' Hij zweeg even; keek toen peinzend op. 'Heeft u inderdaad verdenkingen tegen mij?'

De Cock antwoordde niet direct. De vlotte, cynisch formulerende Ramón verraste hem een beetje. In geestelijk opzicht maakte de jongeman een sterke indruk.

'Uw… eh, uw gedragingen na de dood van uw broers Ricky en Erik zijn bepaald opzienbarend.'

Ramón Baveleing schonk hem een trieste glimlach.

'Ik hoor het. U bent duidelijk door hun moeder geïndoctrineerd.'

De Cock kneep zijn ogen half dicht.

'Hun moeder?'

De jongeman knikte nadrukkelijk.

'Toen ik anderhalf jaar oud was, stierf mijn moeder bij een verkeersongeval. Vader hertrouwde en ik kreeg nog twee broers… Erik en Ricky. Ik heb mij nooit zo sterk met hen verwánt gevoeld. Maar dat doet niet terzake. Een aantal jaren geleden raakten zij beiden verslaafd aan de heroïne. Toen ik hen bij herhaling gebrek aan geestkracht verweet, omdat zij zich niet aan die verslaving konden onttrekken, boden ze mij een test aan. Ik zou een tijdlang samen met hen heroïne gebruiken, in dezelfde frequentie en hoeveelheden, waarna ik zou bewijzen of ik mij dan nog van dat spul kon distantiëren. Toen ik de test glansrijk doorstond, waren ze woedend en draaiden de affaire om. Ik zou Erik en Ricky heroïne hebben gegeven om hen te testen. Dat was een leugen… een pure leugen, die hun moeder later graag overnam en verspreidde. Ook mijn zogenaamde brasserijen kort na het overlijden van mijn broers, zijn een verzinsel.'

De Cock keek hem wat verward aan.

'Maar waarom?'

Ramón Baveling zuchtte.

'Ze heeft nooit van mij gehouden. Ze vond, dat ik haar relatie met mijn vader in de weg stond. Ze is zelf een wat labiele vrouw. Ze was en voelde zich ook schuldig aan de dood van Ricky.'

'Hoezo?'

De jongeman kauwde op zijn onderlip. Hij blikte bijna hulpeloos naar mr. Van Mechelen, die verderop aan de tafel zat en het gesprek volgde. De advocaat kwam tussenbeide.

'Mevrouw Baveling,' sprak hij bruusk, 'was zelf jarenlang verslaafd. De eerste heroïne kregen Erik en Ricky van haar.'

De Cock keek hem verbijsterd aan.

'Ze was zelf aan heroïne verslaafd?'

Mr. Van Mechelen knikte.

'Dat was ook de reden waarom de heer Baveling zich van haar en haar zoons distantieerde.'

De Cock wendde zich weer tot de jongeman.

'Hoe kwam ze aan die heroïne?'

Ramón Baveling zuchtte vermoeid.

'Van een vent uit Laren.'

Toen De Cock laat in de avond in het politiebureau aan de Warmoesstraat terugkwam, vond hij tot zijn verrassing Vledder nog in de recherchekamer achter zijn schrijfmachine.

Vledder liet zijn vingers rusten en keek glimlachend op.

'Ik dacht wel dat je eerst even naar de Kit zou komen voor je naar huis ging. Hoe ben je gevaren? Heb je Ramón gearresteerd?'

De Cock schudde zijn hoofd.

'Mr. Van Mechelen heeft een heel geraffineerd spelletje met me gespeeld.'

'Met jou?'

'Ja. Hij liet mij in Winterswijk… dat ligt pal aan de grens… zonder dat ik er erg in had… in een geblindeerde wagen stappen en bracht mij naar een plek, waarvan ik niet wist of het Nederlands of Duits grondgebied was. Hij zei mij ook duidelijk, dat ik die wetenschap niet had.'

Vledder fronste zijn wenkbrauwen.

'De afspraak was toch in Nederland?'

De Cock knikte.

'Maar hoe kon ik weten of Van Mechelen zich aan zijn afspraak hield. Ik heb het risico niet genomen om iets te ondernemen. Ik kon het mij toch niet veroorloven om in het bijzijn van drie getuigen mijn ambtelijke bevoegdheden te overschrijden.'

'Drie getuigen?'

'Ramón Baveling, mr. Van Mechelen en zijn chauffeur.'

Vledder schudde afkeurend zijn hoofd.

'Toch een louche streek van die Van Mechelen.'

De Cock grinnikte.

'Op de terugweg zei hij tegen mij, dat hij zich wel aan zijn afspraak had gehouden en dat de ontmoeting op Nederlands grondgebied had plaatsgevonden.'

Vledder snoof.

'Maar toen was Ramón Baveling al buiten jouw bereik.'

'Precies.'

'Ga je nog iets tegen Ramón ondernemen?' '.

De Cock antwoordde niet direct. Hij bracht het beeld van de vlot formulerende jongeman weer voor zijn geest.

'Ramón Baveling is bijzonder intelligent. Met mr. Van Mechelen als raadsman vormt hij een sterk duo. Als we wat willen bereiken, zullen we met onweerlegbare bewijzen moeten komen. En zolang wij die niet hebben…' Hij maakte zijn zin niet af, ging achter zijn bureau zitten en trok een lade open. Hij nam de twee plaatskaarten die hij van Alex Waardenburg had gekregen en schoof die in de richting van Vledder.

'Ik wilnog dertien van die toegangskaarten.

Nog dertien… voor wie?'

De Cock grijnsde vriendelijk.

'Voor een cultureel clubje.'

19

Een gevoel van intense spanning maakte zich van De Cock meeser. Het kroop sluipend naar zijn keel en tintelde op de uiteinden van zijn zenuwen. Hij wist, dat hij haast onaanvaardbare risico's nam. Als het plan niet zou slagen, had dat voor hem en voor het hele Amsterdamse politiekorps vérdragende consequenties. Hij zag de vette krantekoppen al voor zich, kende de tekst van boze vragen in gemeenteraad en Tweede Kamer.

Maar hij had geen keus. Wilde hij de pensionmoorden ooit oplossen, dan moest dat nu gebeuren en op de manier zoals hij zich die had gedacht.

Het was een va banque-spel… een pure gok met als inzet de dader van drie wurgmoorden. Zijn hoop was gevestigd op de overrompeing, op de psychologie dat de dader zich door het onverwachte, het ongewone van de situatie zou verraden.

Hij keek naar de jonge Vledder, die zijn strategie kende en nu wat bleek achter zijn bureau zat. Hij blikte naar de twee K's, het gouden recherchekoppel van de Warmoesstraat Joop Klaver en Jan Kuijper, die hem hun medewerking hadden toegezegd.

Met een trillende hand schoof hij de mouw van zijn colbert iets terug en keek op zijn horloge. Ze moesten nu komen… de leden van zijn culturele clubje… een spottende benaming voor een deel van de vaste klantenkring van zijn vriend Smalle Lowietje.

Hij slaakte een diepe zucht van verlichting, toen na een schuchter kloppen, de eerste de recherchekamer binnenstapte. In een tijdsbestek van nog geen tien minuten waren ze allen gearriveerd. Als laatste de tengere caféhouder in een stemmig blauw kostuum met een iets te uitbundige stropdas. Ook de anderen hadden hun best gedaan om er 'deftig' uit te zien.

Rechercheur Kuijper kwam vertrouwelijk naast hem staan.