Выбрать главу

'Maakte hij vorderingen?'

'Zeker. Hij kreeg het muziekschrift al aardig onder de knie.'

'Hoe vaak gaf u hem les?'

'Dagelijks, behalve de weekeinden en wanneer ik met het orkest moest optreden.'

'Welke tijden?'

'Altijd 's avonds van tien tot elf uur. Soms liep het wel eens een half uurtje uit.'

De Cock knikte begrijpend.

'Moest u gisteravond optreden?'

'Nee.'

'Dan had hij dus om tien uur gisteravond bij u moeten zijn.'

'Ja.'

De Cock keek hem doordringend aan.

'En hij kwam niet?'

'Nee.'

'Vond u dat niet vreemd?'

De muziekpedagoog schudde zijn hoofd.

'Het gebeurt wel meer dat leerlingen zonder enige aankondiging verstek laten gaan.'

Het gezicht van De Cock verstarde tot een strak masker. Hij boog zich iets naar de man toe.

'Zo'n leerling was hij niet, heer Waardenburg,' reageerde hij fel. 'Jean-Paul Stappert wilde niets missen. Geen enkel lesuur. Hoe zei u dat ook weer? Oh ja, hij zoog alles wat met muziek te maken had op… hij was onverzadigbaar… alsof hij vele jaren van achterstand in enkele maanden wilde inlopen.'

Alex Waardenburg spreidde zijn beide machtige armen in onschuld.

'Jean-Paul,' riep hij verongelijkt, 'is vijfentwintig jaar. Een volwassen man met een eigen leven. Een man die de mentale kracht had om zich aan een drugsverslaving te ontworstelen. Moet ik het vreemd vinden dat zo'n man niet op tijd op een "muziekles" verschijnt?'

De Cock keek hem onderzoekend aan.

'Hoe intiem was u met hem?'

'Ik weet niet wat u met die vraag bedoelt.'

'Bent u homofiel?'

'Ik heb een vrouw en een zoon van zevenentwintig.'

'Dat is geen antwoord. Had u met Jean-Paul Stappert een homofiele relatie?'

'Nee… ik was zijn muziekleraar… meer niet.'

'Had Jean-Paul wel eens meer een les verzuimd?'

'Nee.'

'En toch vond u het gisteravond niet vreemd dat hij niet kwam opdagen?'

Alex Waardenburg sprong op van zijn stoel.

'Ik vond het niet vreemd.' Hij schreeuwde. 'Ik vond het helemaal niet vreemd.' Hij zweeg even en liet zijn kin op zijn borst zakken.

'Ik was alleen bang.'

'Waarvoor?'

'Dat hem iets was overkomen.'

'Waarom?'

Alex Waardenburg ging weer zitten en bracht beide handen voor zijn gezicht. Hij zei niets.

De Cock bracht zijn gezicht dichtbij hem.

'Waarom was u bang dat hem iets was overkomen?'

De muziekpedagoog nam zijn handen weg van zijn gezicht.

'Jean-Paul,' sprak hij zacht, 'was een bijzondere jongeman. Ik had in mijn leven nog nooit zo'n persoonlijkheid ontmoet. Hij bezat een sterke uitstraling. Ik betrapte mij er soms op, dat ik hem antwoorden gaf op vragen die nog niet over zijn lippen waren gekomen, maar die hij in zijn gedachten al wel had geformuleerd. Het was een wonderlijke ervaring. Ik was vaak zonder woorden al deelgenoot van zijn denken.' Hij zuchtte diep. 'Gisteravond dacht Jean-Paul dat zijn eigen dood naderde.'

De Cock slikte.

'En u deed niets?'

Alex Waardenburg kneep zijn beide ogen dicht. Het was duidelijk dat de vragen van de oude rechercheur hem martelden.

'Wat had ik moeten doen?' Het was een kreet van wanhoop. 'Ik wist het niet. Ik voelde alleen maar dat hij bang was.'

'Voor de dood.'

'Ja.'

'En hij was op weg naar u.'

Alex Waardenburg staarde hem verbijsterd aan.

'Ik… eh, ik was het niet. Ik was het niet. Ik heb met zijn dood niets te maken.'

'Wie zegt dat?'

De muziekpedagoog grinnikte vreemd schaapachtig.

'U zou het kunnen denken… omdat… omdat Jean-Paul aan de waterkant zo dicht bij mijn huis werd gevonden en zijn dood aanvoelde toen hij mijn huis naderde.'

Hij grinnikte opnieuw. Het leek alsof aan zijn gezicht elke uitdrukking van intelligentie werd ontnomen. 'Maar dat zijn coïncidenties… pure toevalligheden. De dood heeft zijn eigen wetten.

'Hij stak zijn beide handen trillend vooruit. 'Jean-Paul had geen enkele reden om voor mij of mijn huis bevreesd te zijn. Integendeel, in mijn hart huisde voor hem slechts genegenheid, vriendschap en bewondering.'

De Cock krabde zich achter in zijn nek. Hij wist met de zweverige, soms wat vreemd acterende muziekpedagoog niet goed raad. Er waren momenten, dat het leek alsof de man zichzelf beschuldigde… de aandacht voor de moord op Jean-Paul Stappert geheel naar zich toetrok. Maar het bleef alles vaag en zonder contouren. Hij zakte wat terug in zijn stoel.

'Wanneer wist u dat Jean-Paul dood was?'

Alex Waardenburg antwoordde niet direct. Hij drukte met zijn handpalmen tegen zijn slapen.

'Na tien uur,' sprak hij nadenkend, 'viel het contact weg. Ik ontving geen signalen meer. Dat maakte mij ongerust… ongeruster dan toen ik nog wel impulsen voelde.'

'Toch bleef u thuis?'

De muziekpedagoog schudde zijn hoofd.

'Toen Jean-Paul er om kwart over tien nog niet was, ben ik de straat op gegaan.'

'Waarheen?'

'Naar zijn pension aan de Prins Hendrikkade.'

De Cock drukte zich met een ruk omhoog van zijn stoel.

'En?'

Alex Waardenburg schudde zijn hoofd. Zijn ogen waren groot en zijn gezicht zag asgrauw.

'Jean-Paul was daar niet. In zijn stoel zat een andere dode jongen.'

5

Toen Alex Waardenburg was vertrokken en zijn slepende voetstappen in de gang waren verstomd, sprong Vledder van zijn stoel op. Er lagen blosjes op zijn wangen. In een wild gebaar van wanhoop stak hij zijn beide armen omhoog.

'Nonsens,' riep hij geagiteerd. 'Pure nonsens.'

De Cock keek verstrooid op.

'Wat?'

Dick Vledder liep op hem toe.

'Dat geklets over impulsen, uitstralingen. Dat is toch pure nonsens. Hoe wist Jean-Paul Stappert, dat zijn dood naderde? Hoe kon hij weten dat een of andere idioot het in zijn hoofd had gehaald om zijn keel dicht te knijpen? En wat nog dwazer is: Hoe wist die Alex Waardenburg, dat Jean-Paul voelde, dat zijn dood nabij was? Wat hadden ze… een walkietalkie?'

Het klonk spottend en De Cock lachte.

'Zoiets.'

Vledder wond zich op.

'Ik heb met stomme verbazing zitten luisteren.'

'Hoezo?'

Vledder zwaaide met beide armen.

'Jij ging er serieus op in. Het leek alsof je alles wat die Alex Waardenburg zei voor zoete koek slikte.' Hij schoof een stoel bij en ging er achterstevoren op zitten. 'Weet je waar we mee bezig zijn, De Cock? Weet je het nog? Gewoon… het oplossen van een paar moorden. Geen ongrijpbaar, zweverig gedoe over mensen die hun dood voelen naderen.'

De Cock glimlachte.

'Ik geloof dat je me nu toch verkeerd beoordeelt. Ik weet verdomd goed waar ik mee bezig ben. Dat zal, onder welke omstandigheden dan ook, nooit uit mijn achterhoofd verdwijnen. Maar zeg nu eens heel eerlijk; wat had ik moeten doen? Had ik van het begin af tegen die Waardenburg moeten zeggen dat ik niet bereid was naar zijn… eh, zijn nonsens te luisteren? Dat leek mij geen goede tactiek. Ik heb geprobeerd zijn gevoelsleven te volgen en heb daar waar nodig op ingehaakt.'

Vledder zuchtte.

'Het was soms niet om aan te horen. Er waren momenten dat ik tussenbeide had willen komen.'

De Cock trok groeven in zijn voorhoofd.

'Ik ben blij dat je dat niet hebt gedaan. Dan was hij misschien minder openhartig geweest. Hoe je het ook beziet die Alex Waardenburg is een rare vent. Ik ga er per se van uit, dat er tussen hem en Jean-Paul Stappert een bijzondere relatie heeft bestaan. Herinner je je nog wat hij zei… Ik gaf hem antwoord op vragen die nog niet over zijn lippen waren gekomen… ik was vaak zonder woorden al deelgenoot van zijn denken… Begrijp je, dat is griezelig.'