Выбрать главу

'Inderdaad, maar het publiek leest het.' De Cock trok zijn platte neus op. 'Delszsen een genie… zei u? Ik dacht dat hij een wat verlate student was. Meer niet. Maar een genie… dat betwijfel ik.'

De commissaris gebaarde voor zich uit. 'Hij was een van die… eh, politiek bewuste jongeren die het studentenwereldje de laatste jaren zo in beroering brengen. Hij geldt… gold als een van de voornaamste animators van diverse studentenrellen.'

De Cock haalde zijn schouders op. 'Dat is toch geen reden om hem te vermoorden.'

De commissaris liet zich in zijn stoel zakken. 'Niet voor ons. En uiteraard ook niet voor onze regering. Maar er zijn blijkbaar groeperingen die ons graag een moord op Alex Delszsen in de schoenen zouden schuiven. Het is koren op hun molen. Begrijp je, De Cock, de dood van Alex Delszsen kan politiek gezien tal van consequenties hebben.' De Cock bromde. 'Wij zijn simpele, rechtlijnige politiemensen… geen warrige politici. Wat interesseert ons politiek. Laten die kranten schrijven wat ze willen.' Buitendam schudde het hoofd. 'Of je het leuk vindt of niet,' zei hij geduldig, 'de politiek interesseert zich voor ons. Laten we in godsnaam hopen dat de jongeman in cel zeven gewoon een natuurlijke dood stierf.' Hij boog zich iets naar voren, strekte zijn hand naar De Cock uit. 'Maar als Alex Delszsen werd vermoord, is het zaak dat zijn moordenaar snel wordt gepakt. Beter nog vandaag dan morgen. Wij zijn dat aan onszelf verplicht.' 'Waarom?'

De commissaris slikte iets weg. 'Waarom… waarom?' reageerde hij fel. 'Om… eh, omdat ik geen narigheid wil… omdat ik vanmorgen vroeg al allerlei belangrijke mensen aan de telefoon had… omdat ik er weinig voor voel de dupe te worden van een of ander politiek spelletje. Begrijp je?' De Cock schudde het hoofd. 'Nee,' zei hij stug, 'ik begrijp het niet.'

De commissaris sloot zijn ogen en zuchtte. 'Ga maar,' zei hij berustend. 'Ik wacht op je rapporten.'

De Cock slenterde de kamer uit, een zoete grijns om zijn lippen.

Vledder keek zijn collega glunderend aan. 'Je kunt het niet laten, hè? De Ouwe zit in een moeilijk parket. Daar behoor je begrip voor te hebben. De dood van Alex Delszsen is politiek-explosief.'

De Cock snoof. 'So what? Ik ben rechercheur. Ik onderzoek misdrijven. Dat is mijn werk. Dat heeft met politiek niets te maken. Een chirurg vraagt zich toch ook niet af of het gezwel dat hij verwijdert politiek rechts of links is georiënteerd. Hij snijdt het weg.' De grijze speurder gebaarde wild voor zich uit. 'Als Alex Delszsen werd vermoord, zal ik zijn moordenaar vinden, ongeacht diens politieke motieven en/of interessen.'

Vledder schudde het hoofd. 'Je bent een vreemde kerel.' De Cock knikte. 'Mooi,' zei hij gelaten, 'dat wil ik dan blijven.' Hij wuifde het onderwerp wat geërgerd weg. 'Terzake.. hoe was de sectie?'

Vledder haalde zijn schouders op. 'Niets bijzonders. Alex Delszsen zag er van binnen gaaf uit. Dokter Rusteloos heeft geen afwijkingen geconstateerd. Althans geen afwijkingen die zijn vroege dood konden verklaren. Volgens de patholoog-anatoom stierf Delszsen aan vergiftiging.' 'Maar dat kon hij niet aantonen.'

'Nee. Het toxicologisch onderzoek doet doctorandus Eskes. Ik heb hem maag en darminhoud, bloed en urine gebracht.' 'En verder?'

'Stukjes van de lever, de nieren, de longen… het gebruikelijke recept.' 'Geen punctieplekjes?'

'Dokter Rusteloos is alles zeer nauwkeurig nagegaan. Als Alex Delszsen door vergiftiging stierf, werd het gif niet met een injectienaald toegediend.'

De Cock lichtte zijn hoedje. 'Beste Eskes, kun je al iets zeggen?' Hij maakte een dwaas, bijna hulpeloos gebaartje. 'Vergeef me dat ik zomaar jouw domein binnenstap. Hoever sta je met je toxicologisch onderzoek? Je begrijpt dat ik nieuwsgierig ben. Ik zou nu toch eindelijk wel eens willen weten waar ik aan toe ben. Werd Alex Delszsen vermoord of niet?'

Drs. Eskes, groot politiedeskundige van het onvolprezen Amsterdamse recherchekorps, legde vriendschappelijk zijn arm om de brede schouders van De Cock en leidde hem naar het rommelige zijkamertje van zijn laboratorium, waar hij altijd te vinden was als… als hij niet toevallig met een van zijn proefjes bezig was. Drs. Eskes was een pure alchimist… op z'n minst een vijfhonderd jaar te laat geboren. 'Ja, ja,' zei hij traag. 'Ik begrijp je, De Cock. Ik begrijp je volkomen. Als uit mijn onderzoek zou blijken dat die Alex een natuurlijke dood is gestorven, heb jij er geen bemoeienis meer mee. Dan zou je de zaak rustig kunnen vergeten.' Hij keek hem van terzijde aan, steels, met een kleine twinkeling in zijn ogen. 'In je hart hoop je natuurlijk dat er geen vergif is. Het zou mij tenminste niets verbazen als je helemaal geen zin had in weer een nieuwe moordzaak.' De Cock grijnsde breed. 'Je schijnt me te kennen.' De politiedeskundige glimlachte. 'Allang… al heel lang. Ik schat zo ruim twintig jaar. Wil je geloven dat ik mij nog precies alle moordzaken die jij tot oplossing bracht herinner? En dat zijn er toch heel wat geweest. Het moet gezegd… je bent altijd bijzonder succesvol geweest.' De Cock staarde voor zich uit. 'Ja,' zei hij loom. 'Succesvol. Het klinkt misschien vreemd, maar ik ben er niet eens blij mee. Weet je, succes schept verplichtingen. Ik heb soms het gevoel dat ik voortdurend op de toppen van mijn tenen loop.' Drs. Eskes grinnikte. 'Dat loopt wat moeilijk.' De Cock negeerde het grapje. 'Je begrijpt wat ik bedoel. Men schijnt wel eens te denken dat ik een soort helderziende ben, een man met paranormale begaafdheden. En jij weet misschien wel beter dan wie ook dat het oplossen van moorden heel weinig met koffiedik te maken heeft.' Hij zweeg even, krabde zich achter in de nek. 'Ik vraag mij wel eens af wat men zou zeggen als ik eens faalde, als ik de dader eens niet vond. Ik geloof niet dat men zich dat kan voorstellen.' Hij zweeg opnieuw, keek de politiedeskundige wat somber aan. 'Ik… ik, voor mij, ik hoop dat Alex Delszsen niet werd vermoord.'

Drs. Eskes blikte terug. 'Ik begrijp je, je zou weer opnieuw moeten bewijzen hoe goed je bent.' Hij liet zich met een zucht in zijn stoel achter zijn bureautje zakken en schudde mistroostig het hoofd. 'Het spijt me, De Cock. Eerlijk, het spijt me. Ik moet je teleurstellen. Ik ben nog wel niet helemaal klaar met mijn onderzoek, ik moet nog een paar reacties afwachten, maar ik kan je nu toch al wel zeggen dat de maag- en darminhoud van Alex Delszsen een dodelijke hoeveelheid diethylparanitrofenylthiofosfaat bevatte.' De Cock trok rimpels in zijn voorhoofd. 'Wat bevatte?' Drs. Eskes lachte luid. 'Diethylparanitrofenylthiofosfaat, een praktisch niet uit te spreken woord. Maar och, met een beetje inspanning lukt het wel. Het zijn precies tweeëndertig letters. Tel ze maar na.' 'Ik denk er niet over.'

De politiedeskundige lachte opnieuw. 'Het is zo. Je hoeft er je tong ook niet over te breken. Ik zet het keurig voor je in mijn analyserapport. Dan kan je het later zonder moeite in je proces-verbaal overnemen.' De Cock knikte. 'En wat is diethyl-dinges?' Drs. Eskes stak een sigaret op en greep een van zijn vele boeken met chemische formules. Hij bezat een exclusieve bibliotheek over alle soorten dodelijk venijn. 'Diethylparanitrofenylthiofosfaat,' las hij zonder enige hapering, 'is de werkzame stof van parathion, een land- en tuinbouwvergif, behorende tot de groep van de organische fosforzure esters met anticholiesterasewerking.'

De Cock schoot in de lach. 'Gooi maar in mijn pet,' grinnikte hij. 'Het is voor mij puur abracadabra. Maar het klinkt wel mooi, moet ik zeggen… zo indrukwekkend.' Hij keek de politiedeskundige onderzoekend aan, zijn hoofd een beetje schuin. 'Als ik,' grijnsde hij, 'als ik nu eens alle franje weglaat, houd ik dan gewoon parathion over?' Drs. Eskes knikte bedaard. Hij boog zich weer over zijn boek. 'Parathion,' las hij onverstoorbaar verder, 'is een uiterst zwaar vergif, zowel bij het opnemen door de mond als na inademing. Het kan zelfs door de huid heen een dodelijke vergiftiging veroorzaken.' 'Dat is nogal wat. En de verschijnselen?' De politiedeskundige dook weer in zijn boek. 'Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, beklemd gevoel op de borst, onrust en angstige droombeelden, tranenvloed en slecht zien. In een wat later stadium komen daar nog bij hevige buikkrampen, diarree, sterk zweten en pijnlijke trekkingen in de spieren.'