Выбрать главу

‘Hoe kwam jij dan op die Henry Bernisse? Jij zocht de dader toch tussen de kinderen van Herman de Graaf?’

De Cock knikte.

‘Uit de gezwollen tekst op de receptenblaadjes bleek een grote emotionele betrokkenheid van de dader met hetgeen Mathilde had ondergaan. Die emotionele betrokkenheid achtte ik bij haar broers en zusters aanwezig.’

De oude rechercheur liet zijn hoofd even zakken.

‘Ik was de weduwe vergeten…’

‘Je bedoelt de tweede vrouw van Herman de Graaf.’

‘Precies. Ik vroeg mij af met wie zij getrouwd was geweest en of uit dat huwelijk kinderen geboren waren.’

Vledder kneep zijn ogen even dicht.

‘Henry Bernisse.’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Henry Bernisse is bijna even oud als Mathilde. Hij was heimelijk verliefd op haar. Toen hij van de beschuldigingen hoorde eiste hij van zijn stiefzuster verantwoording voor haar gedrag.’ Vledder greep naar zijn hoofd.

‘En Mathilde vertelde hem hoe en waarom zij tot haar gedrag jegens de directeuren was gekomen.’

De Cock nam nog een slok van zijn cognac.

‘Henry Bernisse kookte van woede. Zonder iemand er in te kennen besloot hij wraak te nemen. Charles Verbruggen en Antonie van Maathuizen kende hij. Hij had ze wel eens bij Gerbrandsen op kantoor ontmoet. Christiaan de Klerk kende hij niet. Daarom stierf Radboud van Everdingen. Volkomen onschuldig. Henry Bernisse nam aan dat het Christiaan de Klerk was die hij in de stoel zag, en vermoordde hem zonder enig berouw. Hij heeft over die moord ook later tijdens mijn verhoor geen spijt getoond.’

Vledder ging weer zitten.

‘Hoe gemeen was de brief die jij Christiaan de Klerk liet schrijven?’

De Cock wreef zich even in zijn nek.

‘Mag ik dat voor mij houden?’

Vledder schudde resoluut zijn hoofd.

‘Ik wil wel wat van je leren, De Cock.’

Zijn oude collega kauwde even op zijn onderlip.

‘Ik liet Christiaan de Klerk, nota bene een homo, schrijven dat hij zo intens had genoten van de seksuele geneugten die Mathilde de Graaf hem had geboden. Hij eiste van Henry Bernisse dat hij Mathilde, zijn stiefzuster, nog regelmatig naar hem toe diende te sturen om van haar diensten gebruik te kunnen maken. Anders zou hij zijn kennis van het gebeurde aan de politie openbaren.’

‘Smerig.’

De Cock knikte.

‘Je hebt gelijk. Smerig. De tekst was erop gericht om bij Henry Bernisse de nodige woede op te wekken. Hij moest ertoe gedreven worden om Christiaan de Klerk alsnog te vermoorden. Het is een overweging… drie gruwelijke moorden zijn een smak misdaad.’

De oude rechercheur schonk zichzelf en de anderen nog eens in. Hij zakte diep weg in zijn fauteuil. Hij vond het genoeg geweest, drie moorden, zoveel emotie en zo’n ellendige aanleiding. Na enige stilte werd het gesprek algemener. De gruwelijke wurgmoorden zakten wat naar de achtergrond.

Mevrouw De Cock ging naar de keuken en kwam terug met schalen vol lekkernijen.

Het was al laat toen alle gasten waren vertrokken.

Mevrouw De Cock schoof een poef bij en ging voor de fauteuil van haar man zitten.

‘Ze hebben er vanavond niet naar gevraagd,’ sprak ze lieflijk. ‘Maar is Mathilde de Graaf inmiddels weer boven water?’ De Cock knikte.

‘Ik heb het verzoek tot opsporing van haar verblijfplaats laten vervallen. Ze heeft zich bij Christiaan de Klerk gemeld en gaat morgen haar werkzaamheden bij het modehuis Verbruggen hervatten.’

Mevrouw De Cock trok rimpels in haar voorhoofd.

‘En haar aanklacht tegen Vledder?’

De grijze speurder glimlachte.

‘Ik ben met Mathilde de Graaf aan mijn arm naar de zedenpolitie aan het hoofdbureau gegaan. In mijn bijzijn heeft ze haar aanklacht tegen Vledder ter zake seksuele intimidatie ingetrokken. “Ze had een handbeweging van Vledder verkeerd geïnterpreteerd”…’

‘Handig.’

De Cock grinnikte.

‘Ik heb haar geïnstrueerd, zodat haar aanklacht niet als vals kon worden opgevat.’

De oude rechercheur gniffelde.

‘Dan heb ik nog iets schoons uitgedacht.’

‘En dat is?’

‘Op mijn verzoek hebben Mathilde de Graaf en Christiaan de Klerk besloten om aan het personeel volledige openheid van zaken te geven. Christiaan de Klerk zal uit de kast komen, zoals ze dat tegenwoordig noemen, en Mathilde de Graaf zal uiteenzetten hoe en waarom zij zich dienstbaar aan de directeuren opstelde.’

‘Netjes.’

‘Inderdaad. Bij een volledige openheid ontstaan er niet zo gemakkelijk fnuikende roddels.’

Mevrouw De Cock schoof nog iets dichter naar haar man toe.

‘Had Henry Bernisse de receptenblaadjes bij dokter Jan van Aken gestolen?’

De Cock knikte.

‘Hij woonde in zijn jonge jaren, toen zijn vader nog leefde, in Purmerend en het gezin was patiënt van dokter Van Aken. Die receptenblaadjes heeft hij al heel lang geleden stiekem uit de la gepikt. Om onduidelijke reden heef hij ze bewaard tot hij op het idee kwam om bij de wurgmoorden daarop uiting te geven van zijn woede.’

Mevrouw De Cock knikte begrijpend.

‘Wist Mathilde de Graaf dat haar stiefbroer de moorden had gepleegd?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Alleen van de eerste wist ze het, niet van de andere twee. Daarvan is nu pas duidelijk geworden wie de dader is. Ze wist alleen dat Henry Bernisse haar directeur had omgebracht.’

‘Hoe… eh, hóé wist ze dat?’

De Cock ademde diep.

‘Voor ze op het dode gezicht van Verbruggen mepte, had ze het handschrift op het papiertje herkend. In onze Golf, op weg naar huis, bedacht ze dat een streng verhoor van de recherche haar wel eens noodlottig kon worden. Als ze bekende dat ze het handschrift had herkend, kon ze, zo bedacht ze, mogelijk als kroongetuige tegen Henry worden gebruikt. Dat wilde ze voor alles voorkomen.’

Mevrouw De Cock knikte.

‘Vandaar haar valse aangifte tegen Vledder en haar vlucht naar een onbekende bestemming.’

De grijze speurder schonk zijn vrouw een lieve lach.

‘Door de jaren heen begin je ons vak al aardig onder de knie te krijgen.’