Выбрать главу

‘Wat doet u beiden hier?’

‘Wij strekken even onze benen. Daar… eh, daar hadden we behoefte aan.’

‘Hebt u hier een wagen zien staan?’

Sandra Verloop deed een stap naar voren, maar De Cock trok haar aan haar spijkerjack terug.

‘Wat voor een wagen?’ vroeg hij belangstellend.

De jonge wachtmeester gebaarde wat weifelend.

‘Een wagen met een lijk.’

3

Met zijn beide ellebogen steunend op zijn bureau keek Vledder zijn oudere collega ongelovig aan. ‘Je… eh, je hebt niets gezegd?’ stamelde hij onthutst.

‘Nee, ik bedoel…’

Vledder onderbrak hem.

‘Je hebt die twee wachtmeesters van de rijkspolitie rustig laten vertrekken?’

De Cock knikte.

‘Ik heb hen aangeraden om dat anonieme telefoontje, dat zij hadden ontvangen over een wagen op de vluchtstrook met daarin een dode vrouw, niet al te ernstig te nemen… meer op te vatten als een macabere grap.’

‘En dat slikten ze?’

De Cock spreidde zijn beide handen.

‘Ze moesten wel. Er was op die vluchtstrook toch geen wagen met een lijk.’

Vledder kneep zijn ogen even dicht.

‘Die was er wel geweest.’

De Cock knikte.

‘Inderdaad… die was er geweest… een lichtblauwe, ik dacht, metallic… Mercedes.’

‘Type?’

De grijze speurder lachte.

‘Weet ik veel,’ riep hij jolig. ‘Ik heb geen verstand van auto’s. Het hele verschijnsel automobiel laat mij in wezen koud.’ Vledder keek hem bestraffend aan.

‘We leven niet meer in de tijd van de postkoets en de trage trekschuit, De Cock, dit is de twintigste eeuw. Je kunt die auto niet negeren. Geen moment. Je hebt er mee te maken. Voortdurend.’ Hij zweeg even en pakte een pen. ‘Het kenteken?’

De Cock liet zijn hoofd iets zakken.

‘Dat… eh, dat weet ik niet.’

De jonge rechercheur scheen te ontploffen.

‘Dat weet je niet?’ riep hij ontzet. ‘Dat is toch het eerste waar je als politieman naar kijkt.’

De Cock reageerde wat wrevelig.

‘Ik voelde mij op dat moment geen politieman… in mijn hart niet. Ik was met dat meisje op weg naar haar huis en toen stond daar op de vluchtstrook een zwaaiende man, die vroeg om een lift. Hij zei iets over een opgeblazen turbo… een ernstig mankement, dat een wegenwacht niet zou kunnen verhelpen.’‘En dat nam je zonder meer aan?’

De Cock knikte.

‘Wat is daarop tegen? Kon ik dat controleren? Ik weet niet eens wat een turbo is.’

Vledder gebaarde heftig.

‘Maar in die wagen lag een lijk.’

De Cock trok zijn brede schouders iets op en bracht zijn beide handen met open handpalmen naar voren. ‘Dat wist ik toen nog niet,’ riep hij verontschuldigend. ‘Ik heb geen lijk in die wagen gezien. Ik… eh, ik heb nauwelijks een blik op die wagen geworpen. Het valt mij achteraf nog mee dat ik weet dat het een lichtblauwe Mercedes was. Ik heb mij omgedraaid, ben die man voorgegaan naar onze Volkswagen en liet hem instappen.’ Vledder schudde afkeurend zijn hoofd.

‘Doe wel en zie niet om.’

‘Het klonk spottend.

De Cock keek op.

‘Dat is een kreet van mijn oude moeder,’ reageerde hij verrast. Vledder grijnsde breed.

‘Zoiets vermoedde ik al.’

De Cock wreef nadenkend over zijn brede kin.

‘De enige die wel omkeek, was Sandra.’

‘Weet zij nog iets van het kenteken?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Op weg naar Purmerend hebben we daar over gesproken. Uiteraard. Maar ook Sandra had niet op het kenteken gelet. Ze was zo geschokt door de aanblik van die met open ogen starende dode vrouw, dat zij zich niet eens meer de kleur van de wagen herinnerde.’

‘En de vrouw?’

‘Wat bedoel je?’

‘Wat wist Sandra zich nog van de vrouw te herinneren?’ De Cock schoof zijn onderlip vooruit.

‘Ook niet veel. Ze schatte haar op vijfentwintig, dertig jaar. Maar toen ik haar vroeg of het slachtoffer ook veertig kon zijn, bleef ze mij het antwoord schuldig.’

Vledder snoof.

‘Een fijn stel… jullie twee… ontdekken een moord en laten de moordenaar en het lijk lopen.’

De Cock trok zijn gezicht strak.

‘Lijken lopen niet… die worden gesleept of gereden… hetgeen één ding duidelijk maakt… er zijn bij deze affaire meer mensen betrokken dan alleen de moordenaar.’ Hij hield zijn wijsvinger gebarend voor zijn neus. ‘Zie je, die vent die lifte, de man, die later uit de tram vluchtte, kan mogelijk degene zijn geweest die dat anonieme telefoontje pleegde, waardoor de rijkspolitie op drift kwam, maar hij kan nooit de man zijn geweest die de wagen met het lijk liet verdwijnen. Daarvoor waren Sandra en ik te snel bij de vluchtstrook terug.’

Vledder trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.

‘Twee vragen: Waarom dat telefoontje en waarom liet iemand die wagen met het lijk verdwijnen?’

De Cock glimlachte.

‘Heel goed. Twee intelligente vragen. En de voorlopige conclusie: onenigheid.’

‘Hoezo?’

‘Wel, iemand wilde dat de wagen met het lijk door de politie werd gevonden… en een ander blijkbaar niet.’

Het gezicht van de jonge rechercheur klaarde op. Er zweefde een zoete glimlach om zijn lippen. ‘De Cock,’ riep hij blij, ‘je begint weer te denken… als vanouds.’ Het klonk als een oprecht compliment. ‘Maar ik begrijp nog steeds niet waarom je aan die twee wachtmeesters van de rijkspolitie niet de volle waarheid hebt verteld… dat er inderdaad een wagen met een lijk was geweest.’ De Cock antwoordde niet direct. Zijn gezicht stond ernstig. ‘Ik deed het,’ sprak hij na een poosje, ‘omwille van dat meisje… omwille van Sandra Verloop. Ik… eh, ik wilde haar beschermen.’‘Tegen wie?’

De grijze speurder staarde voor zich uit.

‘De moordenaar.’

‘Heb je de lijst van vermiste vrouwen?’ Vledder bracht een trieste grijns op zijn gezicht. ‘Daar heb je niets aan.’

‘Waarom niet?’

‘Er staan bijna honderd namen op.’

De Cock grinnikte.

‘Honderd?’ riep hij ongelovig.

Vledder knikte. ‘Het schijnt dat steeds meer vrouwen de knellende band van het huwelijk ontvluchten en dan door hun vertwijfelde echtgenoot als vermist worden opgegeven.’ Hij trok de lade van zijn bureau open en hield de lijst omhoog. ‘Er zullen er al weer velen van terecht zijn en de meest recente vermissingen staan er nog niet eens op. Ik heb ook de laatste telexberichten doorgenomen, maar daar was niets bij.’

‘En de lichtblauwe Mercedes?’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Zonder het kenteken, of een flink deel daarvan, bereik je niets. Ik heb hier en daar nog wel wat navraag gedaan, maar de meeste politiekorpsen hebben wegens personeelstekort hun afdeling autodiefstallen opgeheven. Het is onbegonnen speurwerk, ook al omdat je geen type-aanduiding hebt.’ Hij zweeg even en keek naar De Cock, die somber voor zich uit staarde. ‘Ben je vanmorgen nog bij de Herkenningsdienst geweest?’

De grijze speurder knikte.

‘Die jongens hebben echt hun best gedaan. Ik keek op het laatst bijna scheel van de foto’s die ik onder mijn neus geschoven kreeg… wat een fieselemieën… maar mijn lifter was er niet bij.’‘Je kunt Sandra Verloop nog eens laten kijken.’

De Cock trok een bedenkelijk gezicht.

‘Ik houd het meisje liever zoveel als doenlijk buiten ons onderzoek.’

‘Waarom?’

‘Ik voel mij verantwoordelijk voor haar veiligheid.’ Vledder trok zijn schouders op.

‘Haar veiligheid loopt toch geen gevaar als ze bij ons aan het hoofdbureau foto’s bekijkt. Zij heeft die lifter ook gezien en misschien zijn haar waarnemingen nog wel scherper dan die van jou.’‘Die mogelijkheid sluit ik niet uit.’