Выбрать главу

Op het gezicht van Fred Prins verscheen een grijns.

‘Toen besloot Pieter van Vlietland tot moord.’

De Cock knikte bevestigend.

‘Toen,’ herhaalde hij, ‘besloot Pieter van Vlietland tot moord.

‘Het vreemde was, zo vertelde hij mij vanmorgen, dat hij tegen de eerste moord… de moord op Sabrine Achterbroek… erg opzag. De moord, zo had hij bedacht, moest een symbool worden van zijn wraakoefening. Zijn biologische vader pleegde zelfmoord door ophanging… ook de moord op Sabrine Achterbroek diende het aanzien van een zelfmoord te krijgen… een zelfmoord door ophanging. De dag tevoren had hij van de spanning niet kunnen slapen.

‘Bij de volgende moorden, op Sarah Harreveld en Marjolein Ridderspoor, kende hij die spanning niet. Integendeel. Hij had tot zijn verwondering bij zichzelf een gevoel van bevrijding… van bevrediging bespeurd. Hij voelde zich zo superieur, dat hij het aandurfde om mij in zijn krant bespottelijk te maken.’

Vledder grinnikte.

‘Ervaren rechercheur door moordenaar misleid.

Ervaren rechercheur blundert opnieuw.’

De Cock trok zijn schouders iets op.

‘Het was dom. Hij vestigde de aandacht op zichzelf. Ik heb de mogelijkheid overwogen, dat hij als journalist contact had met de moordenaar en uit die bron wist dat de enscenering van de moorden een camouflage was. En ik overwoog een tweede mogelijkheid: dat hij zelf bij de moorden was betrokken.’

Vledder boog zich met een ruk naar voren.

‘Nu weet ik nog niet hoe je Pieter van Vlietland met moordplannen naar het hotel De Blauwe Engel lokte!’

De Cock antwoordde niet direct. Hij nam de fles cognac Napoleon ter hand en schonk nog eens in.

‘Ik heb uitgebreid met Evelien Eikenroos gesproken,’ ging hij bijna fluisterend verder. ‘Over de moorden, over haar toekomst, over haar aandeel in die verkrachtingszaak van destijds. Uiteindelijk besloot ze… met toestemming van haar man… mij te helpen.’

‘Hoe?’

‘Ik dicteerde haar een brief aan Pieter van Vlietland, waarin ze schreef dat ze zijn identiteit kende, dat ze wist dat hij verantwoordelijk was voor de moorden op de vroegere getuigen in die verkrachtingszaak en eiste van hem de honderdduizend gulden, die Sabrine Achterbroek hem als chantagegeld had overhandigd.’

Vledder knikte traag voor zich uit.

‘En als ontmoetingsplaats koos je een vunzig kamertje in De Blauwe Engel.’

‘Precies. Ik kende het interieur van het hotelletje en wist dat het ons voldoende mogelijkheden bood om Evelien Eikenroos te beschermen.’

De jonge rechercheur keek hem bewonderend aan.

‘Soms heb je iets van een duivel.’

De Cock grijnsde.

‘Ik heb het je al eens meer gezegd: iets van een duivel steekt in ons allen.’

Hij nam omzichtig een slokje van zijn cognac en keek de kring rond.

‘Nog vragen?’

Niemand reageerde.

De Cock zakte ver terug in zijn fauteuil. Het droevige relaas van de moorden had hem afgemat.

Mevrouw De Cock stond op, liep naar de keuken en kwam terug met een schaal vol lekkernijen.

Het gesprek werd algemener en de zaak van de vermoorde vrouwen raakte op de achtergrond.

Tegen middernacht namen de jonge collega’s afscheid. Toen ze waren vertrokken, schoof mevrouw De Cock een poef bij en ging tegenover haar man zitten.

‘Ik heb er de hele avond op zitten wachten,’ sprak ze liefjes.

De Cock keek haar verwonderd aan.

‘Waarop?’

‘Een vraag. Zelfs Fred Prins, die toch vanavond heel alert is, heeft hem niet gesteld.’

De Cock hield zijn hoofd iets schuin en keek haar vertederd aan.

‘Ik neem aan dat jij die vraag nu gaat stellen?’

Mevrouw De Cock knikte.

‘Waarom kleedde de moordenaar zijn slachtoffers in een roodzijden nachthemd?’

De oude rechercheur glimlachte.

‘Er is in jou een rechercheur verloren gegaan.’

Mevrouw De Cock keek hem strak aan.

‘Je beantwoordt mijn vraag niet.’

De grijze speurder spreidde zijn handen.

‘Je hebt gehoord dat alle verklaringen tegen Ten Brave vrijwel eensluidend waren. In die valse verklaringen werd steeds gesproken van een moment, dat Ten Brave zich in zijn woning even terugtrok en dan weer verscheen, slechts gekleed in een roodzijden nachthemd. In die schaarse kledij zou hij al zijn slachtoffers hebben verkracht.’

‘Theatraal.’

De Cock grijnsde.

‘Tot verbijstering en wanhoop van Hans-Peter ten Brave vonden de Heren Rechters het destijds zo’n gênant en belangrijk detail, dat het volgens hen het waarheidsgehalte van de afgelegde verklaringen bevestigde.’