Выбрать главу

Van Opperdoes keek bedenkelijk. ‘Als Van Donkeren erachter was gekomen dat zijn vrouw weer contact had met Willem van Kampen… dan kan ik me voorstellen dat hij Willem gebeld heeft om hem de huid vol te schelden. Eén keer. Misschien twee keer. Maar negen keer? Vreemd… Wanneer waren die gesprekken?’

Jacob wees de gele lijnen aan. ‘Eerst twee keer redelijk snel achter elkaar… een dikke week geleden. En toen zeven gesprekken weer twee dagen later.’

‘Maar dat is pasgeleden. Vlak voor de moord! Dat was dan inderdaad niet om elkaar de huid vol te schelden. Wat zou er in die twee dagen tussen de gesprekken door zijn gebeurd?’

Van Opperdoes opende zijn notitieboekje en trok een verticale streep op een bladzijde. Bovenaan schreef hij ‘1e gesprekken Willem / Hans’, en even daaronder schreef hij ‘2e gesprekken Willem / Hans’.

Hij wilde nog iets opschrijven, weifelde en pakte de telefoon.

Na een kort gesprek keek hij Jacob aan.

‘De patholoog had de uitslagen van alle onderzoeken binnen en het definitieve sectierapport is inderdaad klaar. Willem van Kampen is minstens een dag voor Hempie vermoord, misschien wel twee dagen. Hij lag dus al even in de kofferbak toen Hempie op het Stenen Hoofd werd doodgeschoten.’

Hij noteerde het vermoedelijke tijdstip van de moord op de tijdslijn die hij had gemaakt, onder de tweede serie telefoongesprekken. Weer daaronder schreef hij de namen van Hempie en mevrouw Van Lier, en als laatste de naam van Dennis Post.

De oude rechercheur probeerde alles op een rijtje te zetten, en zijn intuïtie te volgen.

‘Willem van Kampen was het eerste slachtoffer. Stel… alles draait om hem, dan is de usb-stick die hij bij zich had belangrijk… en degene met wie hij contact had ook.’

Jacob knikte.

‘Hans van Donkeren en zijn ex-vrouw Monica van Molenbeek… en aan de andere kant, via de usb-stick, advocaat De Nilo.’

Van Opperdoes pijnigde zijn hersens. Was het allemaal zo ingewikkeld of lag de oplossing binnen handbereik, en zag hij haar eenvoudigweg niet?

‘Wie profiteert er het meest?’ vroeg Jacob.

Van Opperdoes keek op. ‘Wat zeg je?’

‘Een van jouw regels in een onderzoek. Wie profiteert er het meest van de dood van het slachtoffer? Maar dat kun je natuurlijk op meer dingen betrekken. Die usb-stick is belangrijk. De gegevens die erop staan, komen bij De Nilo vandaan. Dat ding is, waarschijnlijk juist vanwege die informatie, gestolen. Wie profiteert er het meeste van die informatie?’

Van Opperdoes keek zijn collega met grote ogen aan.

‘Jacob… je bent geweldig.’

Hoofdstuk 18

De afdeling op het hoofdbureau was afgesloten met een stevige deur en werd pas geopend nadat een rechercheur door het dikke glas Peter van Opperdoes had herkend.

‘Peter… welkom.’ Hij schudde Van Opperdoes hartelijk de hand, waarna hij zich aan Jacob voorstelde. ‘Daan Lefeber.’

‘Daan ken ik al heel wat jaren, Jacob. Hij werkt voor de Criminele Inlichtingen Eenheid. Bron van informatie uit de onderwereld… en soms… heel soms… willen ze dat met ons delen.’

Daan ging hun voor, naar een vergaderzaal, waar ze met z’n drieën aan een enorme vergadertafel gingen zitten.

‘Je spreekt een waar woord, Peter. Heel vaak kunnen wij informatie niet delen.’

Van Opperdoes legde zijn hand op de schouder van Daan. ‘We hebben het nu wel over vier doden.’

Daan Lefeber schudde zijn hoofd onvermurwbaar. ‘Als we iets hadden… dan nog…’

Van Opperdoes glimlachte mysterieus. Hij haalde iets uit zijn binnenzak en legde dat op tafel. Het was de usb-stick die bij Willem van Kampen was gevonden.

Daan keek met gefronste wenkbrauwen naar het stickje. ‘Wat is dat?’

Van Opperdoes deed luchtig. ‘Ik weet dat jullie alles in de gaten houden. Ik weet ook dat jullie deze zaak volgen en dat jullie alles wat wij in de computer opslaan ook zien.’

Daan maakte een afwerend gebaar. ‘Alles wat in de computer komt, kan iedereen bij de politie zien. Niet wij alleen.’

‘Maar jullie zoeken heel gericht. Dus ik weet zeker dat dit jou bekend voorkomt.’

Jacob volgde de handelingen van zijn collega met stijgende verbazing. ‘Peter…? Wat doe je?’

Van Opperdoes legde zijn jonge collega met een vriendelijk handgebaar het zwijgen op en keek Daan verwachtingsvol aan. Die weifelde heel even, maar gaf toen toe.

‘Natuurlijk, nieuwsgierigheid is ons vakgebied. Is dit de usb-stick met de bestanden van De Nilo?’

Van Opperdoes knikte langzaam.

Daans hand strekte zich uit naar de stick, maar voordat hij hem kon pakken, legde Van Opperdoes zijn hand erbovenop.

‘Voor wat, hoort wat.’

Daan slikte en keek naar de hand van Van Opperdoes.

‘Als ik je wat vertel… dan is dat strikt off the record.’

Van Opperdoes liet het stickje even zien. ‘Dit ook.’

Daan keek argwanend. ‘Wacht even… Is dit het stickje wel? Ik heb namelijk gehoord dat commissaris Van Straaten de originele stick heeft ingenomen en aan de officier van justitie ter beschikking heeft gesteld.’

‘Dat klopt,’ beaamde Van Opperdoes. ‘Maar dit is een exacte kopie van de stick. Honderd procent identiek.’

Daan Lefeber keek op. ‘Je hebt de stick gekopieerd?’

Van Opperdoes hield zijn hoofd een beetje schuin. ‘Natuurlijk. Ik ben ook niet gek.’

Daan perste zijn lippen op elkaar. ‘Goed dan. Als je mij kunt garanderen dat dit een exacte kopie is?’

Van Opperdoes knikte geruststellend. ‘Je hebt mijn woord.’

‘Ik geloof je, Peter.’

‘Mooi. Ik wil weten waarom deze bestanden zijn gestolen. Wie heeft er belang bij? Wat staat erop, denk je?’

Maar bij de eerste woorden al schudde Daan Lefeber zijn hoofd. ‘Dat zijn allemaal dingen die wij ook niet weten. Ik wil je graag verder helpen, maar wij weten niets over De Nilo en zijn bestanden. Daarom juist willen we dit heel graag hebben.’

Van Opperdoes pakte het stickje. ‘Dan houdt het helaas op.’

‘Ik heb niet gezegd dat ik je niet wilde helpen. Luister, dit is wat ik kan delen met je, om je te helpen. Afdeling Narcotica kreeg een paar dagen geleden een anonieme tip, dat er iemand rondreed in een rode Audi, kenteken erbij, met vijftig kilo cocaïne in de kofferbak.’

‘De auto waar het lijk in lag?’

‘Datzelfde kenteken ja.’

‘Maar er lag helemaal geen coke in die auto.’

Daan Lefeber knikte. ‘Dat klopt. Er lag een lijk in. Zoek zelf maar uit waarom die tip werd gegeven.’

‘Is er nog iets mee gedaan, met die tip?’

‘Niet echt. Geen groot onderzoek. Het kenteken is wel doorgegeven aan de wijkteams, maar ja… die hebben het ook druk.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Het gaat met name om het feit dat iemand de tip over die auto heeft doorgegeven. Dat is interessant.’

‘Wanneer precies kwam die tip?’

Daan Lefeber maakte een vaag gebaar. ‘De dag voordat jullie hem vonden.’

Jacob keek Van Opperdoes aan. ‘Zitten we nu ineens in de cokehandel? Een ripdeal, waar Willem van Kampen slachtoffer van is geworden?’

Van Opperdoes fronste zijn wenkbrauwen. ‘Geen idee. Denk erom… tot nu toe is niets wat het lijkt in deze zaak.’

Daan knikte en haalde de hand van Van Opperdoes van het stickje af. ‘Voor wat, hoort wat.’

Van Opperdoes stond glimlachend op en trok zijn jas wat dichter om zich heen. ‘Zeker. Je hebt gelijk. Veel succes ermee.’

Jacob stoof verontwaardigd op. ‘Peter…’

‘Straks, Jacob. Kom.’

Hij zwaaide even ten afscheid en liep met Jacob de lange gang van het hoofdbureau in. De tijd leek hier nog stilgestaan te hebben. Lange, brede gangen, met stevige deuren links en rechts, met keurige naambordjes die aangaven welke afdeling erachter school.