Выбрать главу

Catelyn dacht aan de drie kinderen die ze noodgedwongen zou verliezen. Op dat ogenblik was het niet eenvoudig om te blijven zwijgen. Ned wendde zich van hen af en staarde uit het raam, zijn lange gezicht onbeweeglijk en peinzend. Ten slotte zuchtte hij en keerde zich weer om. ‘Goed dan,’ zei hij tegen Maester Luwin. ‘Het zal wel het beste zijn. Ik zal met Ben spreken.’

‘Wanneer zullen we het tegen Jon zeggen?’ vroeg de maester.

‘Als het moet. Er moeten voorbereidingen worden getroffen. Het duurt nog twee weken voor we klaarstaan om te vertrekken. Ik laat Jon liever nog van deze laatste dagen genieten. De zomer zal snel genoeg voorbij zijn, net als zijn kindertijd. Als het ogenblik daar is zal ik het hem zelf vertellen.’

Arya

Arya’s steken waren alweer scheef.

Ze keek er met een wanhopige frons op neer en gluurde haar zuster, die tussen de andere meisjes in zat. Sansa’s borduurwerk was exquisiet. Dat zei iedereen. ‘Sansa’s werk ziet er net zo aantrekkelijk uit als zijzelf,’ had Septa Mordane eens tegen hun moeder gezegd. ‘Ze heeft van die fijne, delicate handen.’ Toen vrouwe Catelyn had gevraagd hoe het met Arya was had de septa haar neus opgetrokken. ‘Arya heeft de handen van een smid.’

Arya wierp een vluchtige blik door het vertrek, bang dat Septa Mordane misschien haar gedachten zou lezen, maar de septa sloeg vandaag geen acht op haar. Ze zat naast prinses Myrcella, een en al glimlach en bewondering. De septa genoot niet vaak het voorrecht, een koningsdochter in de vrouwelijke vaardigheden te mogen onderrichten, zoals ze had gezegd toen de koningin Myrcella bij hen had gebracht. Arya vond dat Myrcella’s steken ook enigszins scheef waren, maar dat zou je bepaald niet zeggen als je op het gekoer van Septa Mordane afging.

Opnieuw bekeek ze haar eigen werk, zoekend naar een manier om er nog iets van te maken. Toen zuchtte ze en legde de naald weg. Mistroostig keek ze naar haar zuster. Sansa kletste er onder het werken opgeruimd op los. Bet Cassel, het dochtertje van ser Rodrik, zat aan haar voeten en luisterde naar alles wat ze zei, en Jeane Poel boog zich naar haar toe om haar iets in het oor te fluisteren.

‘Waar hebben jullie het over?’ vroeg Arya plotseling. Jeane keek haar geschrokken aan en begon toen te giechelen. Sansa keek betrapt. Bet kreeg een kleur. Niemand gaf antwoord.

‘Vertel op,’ zei Arya.

Jeane gluurde naar Septa Mordane om er zeker van te zijn dat die niet luisterde. Op dat moment zei Myrcella iets, en de septa lachte, net als de overige dames.

‘We hadden het over de prins,’ zei Sansa, haar stem fluweelzacht als een kus.

Arya wist welke prins ze bedoelde: Joffry natuurlijk. Die lange knappe. Sansa had op het feest naast hem mogen zitten. Arya had naast de kleine dikke moeten zitten. Natuurlijk.

‘Joffry vindt je zuster aardig,’ fluisterde Jeane vol trots, alsof zij daartoe bijgedragen had. Ze was de dochter van de rentmeester van Winterfel en Sansa’s beste vriendin. ‘Hij zei tegen haar dat ze heel mooi was.’

‘Hij gaat met haar trouwen,’ zei de kleine Bet dromerig terwijl ze haar armen om zichzelf heen sloeg. ‘Dan wordt Sansa koningin van het hele rijk.’

Sansa was zo fatsoenlijk om te blozen. Het stond haar snoezig. Alles wat Sansa deed was snoezig, dacht Arya, een en al doffe rancune. ‘Bet, je moet geen verzinsels vertellen,’ corrigeerde Sansa het jongere meisje en streek haar over het haar om de strengheid van haar woorden te verzachten. Ze keek naar Arya. ‘Wat vond jij van prins Joff, zusje? Hij is erg charmant, vind je ook niet?’

‘Jon vindt dat hij net een meisje lijkt,’ zei Arya.

Sansa ging door met borduren en zuchtte. ‘Arme Jon,’ zei ze. ‘Hij is jaloers, omdat hij een bastaard is.’

‘Hij is onze broer,’ zei Arya, veel te luid. Haar stem sneed door de namiddagstilte in de torenkamer.

Septa Mordane keek op. Ze had een knokig gezicht, priemende ogen en een dunne streep van een mond die ervoor gemaakt was om afkeurend te staan. Dat was nu ook zo. ‘Waar hebben jullie het over, kinderen?’

‘Onze halfbroer,’ verbeterde Sansa haar zuster, zacht en onberispelijk. Ze glimlachte tegen de septa. ‘Arya en ik hadden het erover hoe prettig het was dat we vandaag de prinses bij ons hadden,’ zei ze.

Septa Mordane knikte. ‘Inderdaad. Een grote eer voor ons allen.’

Prinses Myrcella glimlachte onzeker over het compliment. ‘Arya, waarom ben je niet aan het werk?’ vroeg de septa. Ze stond op en liep de kamer door. Haar gesteven rokken ritselden. ‘Laat me je borduurwerk eens zien.’

Arya was het liefst gaan gillen. Net iets voor Sansa om de aandacht van de septa te trekken. ‘Hier,’ zei ze en overhandigde haar werk.

De septa bestudeerde de lap. ‘Arya, Arya, Arya,’ zei ze. ‘Dit kan niet. Dit kan gewoon niet.’

Iedereen keek naar haar. Het werd haar te veel. Sansa was te welopgevoed om te glimlachen over haar zusters schande, maar Jeane zat plaatsvervangend te meesmuilen. Zelfs prinses Myrcella keek meewarig. Arya voelde hoe de tranen haar in de ogen sprongen. Ze duwde zich omhoog uit haar stoel en vloog op de deur af.

‘Ayra, kom terug!’ riep Septa Mordane haar achterna. ‘Geen stap verder! Hier zal je moeder van horen. En dat waar onze prinses bij is! Je maakt ons allemaal te schande!’

Bij de deur bleef Arya staan en keerde zich om. Ze beet op haar lip, en de tranen stroomden nu over haar wangen. Ze slaagde erin, een stijf buiginkje voor Myrcella te maken. ‘Met uw welnemen, hoogheid.’

Myrcella knipperde met haar ogen en keek hulp zoekend naar haar hofdames. Maar zij mocht dan onzeker zijn, Septa Mordane was dat niet. ‘En waar had je gedacht dat je heen ging, Arya?’ wilde de septa weten. Arya keek haar vuil aan. ‘Ik moet een paard beslaan,’ zei ze liefjes, en schepte een kortstondige bevrediging in de geschokte uitdrukking op het gezicht van de septa. Toen keerde ze zich met een ruk om en liep weg. Zo snel haar voeten haar dragen konden rende ze de trap af. Het was niet eerlijk. Sansa had alles. Sansa was een jaar ouder, dus wie weet was er niets meer over geweest toen Arya geboren werd. Daar leek het vaak wél op. Sansa kon borduren, dansen en zingen. Ze schreef gedichten. Ze wist zich te kleden. Ze bespeelde de hoge harp én het klokkenspel. Erger nog, ze was mooi. Sansa had haar moeders fijn besneden hoge jukbeenderen en het dikke, kastanjebruine haar van de Tullings geërfd. Arya leek op hun vader. Haar haren waren dof en bruin en haar gezicht was lang en saai. Jeane noemde haar altijd Arya Paardenhoofd en hinnikte zodra ze in de buurt kwam. Tot overmaat van ramp was paardrijden het enige dat Arya beter deed dan haar zuster. Dat, en het bestieren van een huishouding. Sansa was nooit een rekenwonder geweest. Als ze met prins Joff trouwde hoopte Arya voor hem dat hij een goede rentmeester had.

Nymeria zat in het wachtlokaal onder aan de trap op haar te wachten. Ze sprong overeind zodra ze Arya in het oog kreeg. Arya grijnsde. Ook al was ze de enige, de kleine wolvin was dol op haar. Ze gingen overal samen naar toe, en Nymeria sliep in haar kamer, aan de voet van haar bed. Als moeder het niet verboden had zou Arya de wolf dolgraag meegenomen hebben als ze ging borduren. Eens kijken of Septa Mordane het dan waagde over haar steken te klagen!

Toen Arya haar losmaakte beet Nymeria eventjes gretig naar haar hand. Ze had gele ogen. Als de zon ze bescheen glommen ze als twee gouden munten. Arya had haar naar de krijgshaftige koningin van de Rhoyne genoemd, die haar volk over de zee-engte had geleid. Ook dat was een groot schandaal geweest. Sansa had haar welp natuurlijk ‘Dame’ genoemd. Arya trok een gezicht en knuffelde de welp. Nymeria likte haar oor, en ze giechelde.

Inmiddels had Septa Mordane vast en zeker haar moeder laten inlichten. Als ze naar haar kamer ging zouden ze haar vinden. Arya wilde niet gevonden worden. Ze had een beter idee. De jongens waren op de binnenplaats aan het oefenen. Ze wilde zien hoe Robb de galante prins Joffry plat op zijn rug zou krijgen. ‘Kom,’ fluisterde ze tegen Nymeria. Ze stond op en begon te rennen, de wolf op haar hielen.