Выбрать главу

‘Wat is dat? Ik heb daar nog nooit van gehoord.’

‘Dat verbaast mij niet. Onder historici is het momenteel geen populair thema, dat moet ik toegeven, maar tijdens het verval van het Imperium was er een tijd waarin deze vraag onder intellectuelen een zekere belangstelling genoot. Salvor Hardin wijdt er een paar woorden aan in zijn memoires. Het is de vraag naar de identiteit en de lokatie van die ene planeet waar het allemaal is begonnen. Als we terugblikken in de tijd vanaf de laatst gestichte planeten naar oudere planeten, en vandaar naar nog oudere, komen tenslotte alle lijnen samen bij éen planeet — de oorspronkelijke.’

Trevize zag meteen een zwakke plek in die redenering. ‘Is het niet mogelijk dat er veel meer dan éen “oorspronkelijke” planeet is geweest?’

‘Natuurlijk niet. Alle menselijke wezens in de Melkweg zijn van een en dezelfde soort. Een specifieke soort kan niet ontstaan op meer dan een planeet. Dat is volledig uitgesloten.’

‘Hoe weet u dat?’

‘In de eerste plaats…’ Pelorat tikte met de duim van zijn rechter hand tegen de duim van zijn linkerhand, helemaal klaar voor wat ongetwijfeld een lang en indringend betoog zou zijn geworden, toen hij zich bedacht. Hij zette zijn handen in zijn zij en sprak met grote ernst: ‘Mijn beste, daarvoor geef ik mijn woord van eer.’

Trevize maakte een formele buiging en zei: ‘Ik twijfel daar niet in het minst aan, professor Pelorat. Laten we er dus van uitgaan dat er éen planeet van oorsprong is, maar zullen er dan niet honderden zijn die die eer voor zich opeisen?’

‘Dat heb je goed geraden, want zo is het precies. Maar al die claims zijn zonder waarde. Niet éen van die honderden planeten die voor de eerstgeborene willen doorgaan vertoont enig spoor van een pre-ruimtelijke samenleving, laat staan sporen van de menselijke evolutie uit pre-menselijke organismen.’

‘U zegt dus dat er wel een planeet van oorsprong is, maar dat die om de een of andere reden de eer niet opeist?’

‘Je slaat de spijker op de zijn kop.’

‘En daarnaar gaat u op zoek?’

‘Wij beiden. Dat is onze missie. Burgemeester Branno heeft alles geregeld. Jij zult ons schip besturen op weg naar Trantor.’

‘Naar Trantor? Dat is niet de planeet van oorsprong, dat hebt u zelf net gezegd.’

‘Natuurlijk is Trantor dat niet. De Aarde is het.’

‘Waarom zegt u dan niet dat ik het schip moet besturen op weg naar de Aarde?’ ‘Ik druk mij kennelijk niet duidelijk uit. De Aarde is een legendarische benaming. We weten niet welke planeet ermee bedoeld wordt, maar als naam is het een gemakkelijk en kort synoniem voor “de planeet van oorsprong van de menselijke soort”. We weten alleen nog niet welke echte planeet in de werkelijke ruimte we met deze benaming beschrijven.’

‘En op Trantor weten ze dat?’

‘Ik hoop daar inderdaad informatie te vinden. Trantor bezit de Galactische Bibliotheek en dat is de grootste van de hele Melkweg.’

‘De inhoud van die Bibliotheek is toch zeker wel nageplozen door degenen die, zoals u zei, belangstelling hadden voor de Vraag naar de Oorsprong ten tijde van het Eerste Imperium?’

Pelorat knikte peinzend. ‘Ja, maar wellicht niet zorgvuldig genoeg. Ik ben veel over de Vraag naar de Oorsprong te weten gekomen wat de Imperialisten van vijf eeuwen geleden misschien niet wisten. Ik denk dus dat ik de oude documenten en gegevens waarschijnlijk aan een meer gericht onderzoek kan onderwerpen, begrijp je? ik heb hier vele jaren over nagedacht en ik heb nu een uitstekende mogelijkheid voor ogen.’

‘U hebt Burgemeester Branno dit alles verteld, neem ik aan? En zij vindt het goed?’

‘Goed ? Mijn beste, zij was bijna in extase! Ze zei dat Trantor ongetwijfeld de plaats was waar ik alles kon vinden wat ik moet weten.’

‘Ongetwijfeld,’ mompelde Trevize.

Dat was een van de dingen die hem die nacht bezighielden. Burgemeester Branno stuurde hem op pad om zoveel mogelijk gegevens uit te vissen omtrent de Tweede Foundation. Zij stuurde hem met Pelorat mee zodat hij zijn werkelijke doel kon verstoppen achter de zogenaamde speurtocht naar de Aarde —  een speurtocht die hen naar alle uithoeken van de Melkweg kon voeren. In feite was het een volmaakte dekmantel en hij bewonderde het vernuft van de Burgemeester.

Maar Trantor? Wat had dat voor zin? Eenmaal aangekomen op Trantor zou Pelorat zich opsluiten in de Galactische Bibliotheek en nooit meer boven water komen. Met eindeloze stapels boeken, films en banden, met ontelbare computer-uitdraaien en statistische analyses onder handbereik, zou Pelorat daar beslist nooit meer weg willen.

Daarnaast…

Ebling Mis was ooit naar Trantor gegaan, in de tijd van het Muildier. Het verhaal ging dat hij daar de lokatie van de Tweede Foundation had achterhaald en dat hij was gestorven voordat hij die bekend kon maken. Maar dat had ook Arkady Darell klaargespeeld, ook zij had de plaats van de Tweede Foundation ontdekt. Maar de lokatie die zij ontdekte had zich op Terminus zelf bevonden en het nest van Tweede Foundationisten daar was vervolgens opgeruimd. De Tweede Foundation zou zich dus nu in elk geval ergens anders bevinden, dus wat had het dan voor zin nog naar Trantor te gaan ? Als je op zoek was naar de Tweede Foundation was elke startplaats beter dan Trantor.

Daarnaast…

Hij wist niet welke plannen Branno verder nog had, maar hij was niet in de stemming om haar van dienst te zijn. Branno was bijna in extase geweest bij de gedachte aan een trip naar Trantor, nietwaar? Wel, als Branno zo graag zag dat zij naar Trantor zouden gaan, dan zouden zij niet naar Trantor gaan! Alles is goed. Maar niet Trantor!

Uitgeput, terwijl de nacht al bijna overging in de dageraad, viel Trevize tenslotte in een rusteloze slaap.

11

De dag die volgde op de arrestatie van Trevize was voor Burgemeester Branno een uitstekende geweest. Men had haar op bovenmaatse manier geprezen en het incident werd niet eenmaal aangeroerd.

Zij wist echter zeer goed dat de Raad spoedig uit deze toestand van verlamming zou loskomen en dat er dan vragen gesteld zouden worden. Zij moest nu snel handelen. Zij liet daarom een groot aantal andere zaken even liggen en concentreerde zich op de kwestie Trevize.

Op het moment dat Trevize en Pelorat over de Aarde spraken, zat Branno in haar kantoor tegenover Raadsheer Munn Li Compor. Terwijl hij volkomen op zijn gemak aan de andere kant van haar bureau zat, nam zij hem nog eens goed op.

Hij was kleiner en tengerder dan Trevize en slechts twee jaar ouder. Beiden waren nieuwe Raadsheren, jong en onstuimig nog, maar dat moest het enige zijn dat hen verbonden had, want in alle andere opzichten verschilden zij van elkaar.

Terwijl Trevize een gloeiende intensiteit leek uit te stralen, wekte Compor de indruk van een haast onaantastbaar zelfvertrouwen. Misschien kwam dat door zijn blonde haar en zijn blauwe ogen, beide weinig gebruikelijk onder Foundationisten. Zij verschaften hem een haast vrouwelijke delicaatheid die hem (volgens Branno) voor vrouwen minder aantrekkelijk maakte dan Trevize. Hij was echter zelf kennelijk hoogst content over zijn uiterlijk en cultiveerde het naar vermogen door zijn haar tamelijk lang te dragen en ervoor te zorgen dat het zorgvuldig gegolfd was. Onder zijn wenkbrauwen had hij een vage blauwe schaduw aangebracht om de kleur van zijn ogen te accentueren. (Oogschaduw was in de afgelopen tien jaar bij mannen gebruikelijk geworden.)

Hij was geen rokkenjager. Hij woonde keurig samen met zijn vrouw, maar had zich nog niet laten inschrijven voor beoogde gezinsvorming en had evenmin stiekem nog een vriendinnetje, voor zover men wist. Ook in dat opzicht verschilde hij van Trevize, die even vaak van huisgenote veranderde als van de felgekleurde ceintuurs waar hij berucht om was.