Выбрать главу

‘Ik geef toe dat ik geen ervaring heb. Anders dan Trevize en u ben ik niet getraind in het besturen van ruimteschepen. Niettemin hebben mijn adviseurs — die zo’n training wèl hebben gehad — mij verzekerd dat een schip dat pal vóór een Sprong wordt geobserveerd door zijn richting, snelheid en acceleratie de mogelijkheid biedt een goede gissing te maken van de komende Sprong — een globale gissing. Uitgaande van een eersteklas computer en een excellent beoordelingsvermogen zou een volger de Sprong nauwkeurig genoeg kunnen na bootsen om aan het andere uiteinde het spoor weer te kunnen oppakken zeker als het volgschip wèl over een perfecte massa-detector beschikt.’

‘Dat zal éen keer lukken,’ zei Compor op energieke toon, ‘en zelfs twee keer als de volger erg veel geluk heeft, maar dan is het uit. Die trucs bieden te weinig zekerheid.’

‘Misschien toch wel. Raadsheer Compor, u hebt destijds meegedaan aan wedstrijden in de hyper-ruimte. U ziet het, ik weet heel veel van u af. U bent een uitstekende piloot en u hebt opmerkelijke prestaties verricht bij het volgen van rivalen door de hyper-ruimte en na Sprongen.’

Compors ogen verwijdden zich. Hij leek zich niet meer zo erg op zijn gemak te voelen in zijn stoel, ik was toen nog student. Ik ben nu veel ouder.’

‘Nog niet te oud. Nog niet eens vijfendertig. Derhalve bent u degene die Trevize gaat volgen, Raadsheer. Waarheen hij ook gaat, u zult hem volgen en u zult mij verslag uitbrengen. U zult spoedig na Trevize vertrekken en hij vertrekt over enkele uren. Als u deze opdracht weigert, Raadsheer, zult u gevangen worden gezet wegens verraad. Als u het schip accepteert dat wij u zullen verschaffen en u slaagt niet in uw achtervolging, hoeft u geen poging te doen hierheen terug te keren. Wij zullen u uit de ruimte blazen als u het toch probeert.’

Compor ging met een heftige beweging rechtop staan. ‘Ik heb verplichtingen. Ik heb werk. Ik heb een vrouw. Ik kan dat niet allemaal in de steek laten.’

‘Dat zult u toch moeten. Degenen van ons die hebben verkozen de Foundation te dienen, moeten steeds bereid zijn dat op een langdurige en oncomfortabele manier te doen als de nood aan de man komt.’

‘Mijn vrouw moet natuurlijk met mij meegaan.’

‘Denkt u dat ik gek ben? Zij moet natuurlijk hier blijven.’

‘Als gegijzelde?’

‘Als u dat woord de voorkeur geeft. Ik formuleer het liever zo, dat u zich in gevaar zult moeten begeven en dat mijn vriendelijke inborst mij ingeeft haar achter te laten op een plek waar zij geen gevaar loopt. Dit staat niet ter discussie. U staat evenzeer onder arrest als Trevize en ik weet zeker dat u begrijpt dat ik snel moet optreden vóórdat de euforie die Terminus momenteel in haar greep heeft weer afneemt. Ik vrees dat mijn ster al spoedig weer zal dalen.’

12

Kodell zei: ‘U hebt hem nogal hardhandig aangepakt, mevrouw de Burgemeester.’

Met een snuivend geluid zei de Burgemeester: ‘Waarom niet? Hij heeft een vriend verraden.’

‘Dat was voor ons nuttig.’

‘Ja, in dit geval. Zijn volgende verraad zou dat wellicht niet zijn.’

‘Waarom zou er een volgend verraad komen?’

‘Kom nou, Liono,’ zei Branno ongeduldig, ‘speel geen spelletjes met mij. Van iedereen die eenmaal in staat is gebleken dubbel spel te spelen moet voortaan steeds worden vermoed dat hij daartoe nogmaals in staat zal zijn.’

‘Misschien zal hij die geneigdheid nogmaals in de praktijk brengen, nu door zich weer aan te sluiten bij Trevize. Samen zouden zij…’

‘Dat geloof je toch zelf niet! Ondanks zijn dwaasheid en naïviteit is Trevize recht door zee. Hij heeft geen begrip voor verraad en zal nooit, onder geen enkele omstandigheid, bereid zijn Compor weer te vertrouwen.’

‘Neem me niet kwalijk, Burgemeester,’ zei Kodell, ‘ik weet nu niet zeker of ik u wel kan volgen. In hoeverre kunt u Compor dan vertrouwen ? Hoe weet u of hij echt zal proberen Trevize te volgen en u verslag te doen, eerlijk verslag? Rekent u op zijn bezorgdheid voor het welzijn van zijn vrouw als stok achter de deur? Of op zijn verlangen naar haar terug te keren?’

‘Beide factoren spelen een rol, maar zij zijn niet de enige waarop ik vertrouw. Op Compors schip zal een hyper-verbinding zijn aangebracht. Trevize vermoedt dat hij gevolgd zal worden en zal op zoek gaan naar een dergelijk apparaat. Compor echter, die immers zelf de achtervolger is, zal naar ik aanneem niet vermoeden dat hij gevolgd wordt en zal niet zoeken naar een hyper-verbinding. Maar als hij dat toch doet, en hij vindt het ding, dan moeten we natuurlijk vertrouwen op de aantrekkingskracht van zijn vrouw.’

Kodell lachte. ‘En dan te bedenken dat ik u vroeger ooit les heb moeten geven. En wat is het doel van die achtervolging?’

‘Een dubbele bescherming. Als Trevize gesnapt wordt zal Compor misschien kunnen doorgaan en ons de informatie geven die Trevize ons niet meer kon verstrekken.’

‘Nog een vraag. Als Trevize nu toevallig de Tweede Foundation vindt, en wij horen daarvan via hemzelf of via Compor, of als wij tenminste reden krijgen om aan te nemen dat zij bestaat ondanks hun beider dood?’

‘Ik hoop dat de Tweede Foundation bestaat, Liono,’ zei ze. ‘Het Seldon Plan zal ons in elk geval niet lang meer van dienst zijn. De grote Hari Seldon ontwierp het tijdens de stervensdagen van het Imperium, toen de technologische vooruitgang feitelijk tot stilstand was gekomen. Ook Seldon was een produkt van zijn tijd en hoe briljant eze half mystieke wetenschap van de psychohistorie ook geweest moet zijn, toch was zij geworteld in die tijd. Zij kon in elk geval onmogelijk rekening houden met een snelle technologische vooruitgang. Toch is dat nu precies wat de Foundation heeft bereikt, speciaal in de afgelopen honderd jaar. Wij bezitten massa-detectors van een voorheen ongehoord type, computers die op gedachten kunnen reageren, en, boven alles, geestschermen. De Tweede Foundation zal ons niet lang meer kunnen beteugelen, gesteld al dat zij dat nu kunnen. In de laatste jaren van mijn machtsuitoefening wil ik degene zijn die Terminus een nieuwe weg doet volgen.’

‘En als er in werkelijkheid geen Tweede Foundation blijkt te bestaan?’

‘Dan zullen wij onmiddellijk een nieuwe weg inslaan.’

13

De onrustige slaap die zich uiteindelijk van Trevize had meester gemaakt duurde niet lang. Voor de tweede keer werd hij op zijn schouder getikt.

Hij schrok op, met slaapdronken ogen en volledig onbegrip over zijn aanwezigheid in dit vreemde bed. ‘Wat… wat…?’

Verontschuldigend zei Pelorat: ‘Neem me niet kwalijk, Raadsheer Trevize. U bent mijn gast en ik gun u graag uw rust, maar de Burgemeester is hier.’ Hij stond naast het bed in een pyama van flanel en huiverde lichtjes. Trevize kwam langzaam tot een vermoeide vorm van bewustzijn en herinnering.

De Burgemeester zat in Pelorats woonkamer en zag er even bedaard uit als altijd. Zij had Kodell bij zich die zachtjes over zijn witte snor wreef.

Trevize trok zijn ceintuur aan tot de gewenste strakheid en vroeg zich af of dat paar Branno en Kodell ooit van elkaar gescheiden was.

‘Is de Raad al tot bezinning gekomen?’ vroeg Trevize spottend. ‘Maken haar leden zich ongerust over de afwezigheid van éen van hen?’

‘Er zijn al tekenen van leven, ja,’ zei de Burgemeester, ‘maar nog niet genoeg om u van nut te zijn. Het staat buiten kijf dat ik nog steeds de macht heb om u tot vertrek te dwingen. U zult naar de Uiterste Ruimtehaven gebracht worden…’