“Ik denk dat we tijd kunnen winnen,” zei hij tenslotte toen er orde op zaken was gesteld. “We kunnen nu teruggaan naar de zee en de boot meenemen. De kar laten we hier, met een brief erin voor de anderen. Dan kunnen ze ons achterna gaan, of het kamp verhuizen, al naar de tijd dat ze terugkomen. Wij zullen de boot proberen en de kust zover zuidelijk afzoeken als de tijd vandaag toelaat.”
“Hoe bedoel je?” vroeg Nick. “Zoeken tot het donker wordt, of zolang er genoeg tijd is om hier voor donker terug te zijn?”
“Tot vlak voor donker,” zei Raeker dadelijk. “We gaan vooruit tot we het genoeg vinden, en dan gaan we recht het land in om op tijd veilig te zijn voor de zee.”
“Dan kunnen de anderen beter in ieder geval het kamp verhuizen, en met de kar naar het zuiden gaan. Wij krijgen te maken met een voedselprobleem, en zij ook, nu de kudde weg is.”
“Weg? Ik meende er nogal wat te zien; Jim en Jane verzamelden ze toch?”
“Dat is wel zo, ze zijn niet allemaal verdwenen. Maar het zijn er zo weinig dat we er geen meer durven eten tot ze zich weer voortplanten. Deze keer vonden we zelfs geen schubben van de rest!”
“Nee? Toch zag ik vannacht geen dieren in de zee. Ik vermoed dat het ontbrekende vee eerder verdwaald is dan opgegeten.”
“Mogelijk, maar nu zijn ze weg, wat ons betreft. Als we nu allevier naar zee gaan om de boot te proberen kunnen we ze niet zoeken.”
Raeker overdacht dit snel. Het verlies van de kudde betekende een ernstige slag voor zijn gemeenschap. Opvoeding met afstandsbediening is niet voldoende om een stel jachtnomaden om te vormen tot een geregelde beschaving met vrije tijd voor intellectuele zaken. Zonder de kudde hadden zijn leerlingen vrijwel al hun tijd nodig om voedsel te zoeken. Toch zouden ze blijven leven; maar tenzij Easy en haar metgezel nu gauw werden opgehaald, zouden zij dat waarschijnlijk niet. De werkelijke vraag was dus niet of ze iemand konden missen bij de jacht op het vee, maar hoeveel man er nodig waren voor het testen van de boot, en — als de test succes had — voor het daaropvolgende zoeken naar de scaaf.
Zeker zou hij minder snel zinken met twee man dan met vier. Aan de andere kant konden vier man hem sneller voortbewegen — opeens bedacht Raeker dat hij noch Nick al aandacht hadden geschonken aan de voortstuwing van het vlot. Hij veronderstelde dat peddels of zoiets wel het enige waren; het idee om Nick zeilen bij te brengen op een wereld waar zo goed als geen wind was, met de dichtstbijzijnde zeiltrainer op zestien lichtjaren afstand, leek nogal onpraktisch. Maar als spieren voor de aandrijving zorgden, hoe meer spieren hoe beter.
“Jullie gaan allemaal naar zee. De kudde komt later wel. Als de boot niet iedereen kan dragen, kan de rest teruggaan en op de dieren jagen. Eerst komt het zoeken.”
“In orde.” Nick liet het onverschilliger klinken dan hij zich voelde. Tengevolge van Raekers opleiding, had hij zijn hele leven gemeend dat de veiligheid van de kudde een van de belangrijkste overwegingen was. Maar als deze zoekpartij voorrang had, moest het wel veel betekenen voor de Leraar. Hij wilde dat het ook voor hem zoveel betekende. Het gaf hem te denken; hij piekerde, maar sprak niet tegen. Het viertal kon de boot makkelijk dragen, al ging het lastig tegen wind — het waaide vandaag nog harder, merkte Nick. Aan de ene kant was dat een voordeeclass="underline" een laatste blik op de verlaten restanten van de kudde bewees hoe een reusachtige zwever eroverheen werd gejaagd door de wilde luchtstroom en hoe die zich ondanks alle inspanningen niet terug kon werken naar de hulpeloze dieren.
Nick wees zijn vrienden op het voorval, en allen voelden zich wat beter.
De drie kilometer naar zee werden vrij snel afgelegd en zonder omhaal werd de boot dadelijk geprobeerd. Ze droegen hem tot hun middel in het zuur, legden hem neer en klommen meteen aan boord.
Hij droeg ze, net aan. De drijvers gingen helemaal onder, en het geraamte vrijwel ook. Het was niet moeilijk boven te blijven, maar wel om de zaak vlak te houden. Ze waren allevier haast even oud, maar er zat enige verschil in hun gewicht. Als ze zich stilhielden ging telkens een kant dieper liggen. Iedere keer krabbelden ze dan natuurlijk naar de andere kant waarbij ze onvermijdelijk teveel tegenwicht gaven, zodat het vlot eerst griezelig naar de ene kant schommelde en dan weer naar de andere. Het kostte verscheidene minuten en veel nutteloze moeite en woorden voor ze het onder de knie kregen; het duurde nog langer voor ze konden omgaan met de peddels die Fagin had laten maken. De robot zelf kon niet veel uitrichten. Als hij aan wal bleef konden de mannen het vlot niet goed zien, en als hij door de zee naar het vaartuig kroop kon hij zich niet verstaanbaar maken — de grenslaag tussen het zuur en de lucht was scherp genoeg om de geluidsgolven vrijwel geheel te weerkaatsen.
“Waarom laat u ze dat eigenlijk doen?” vroeg Aminadabarlee tenslotte zuur.
“De robot kan net zo snel langs het strand gaan als zij dat lachwekkende ding kunnen roeien, en de bathyscaaf ligt niet eens in zee. Als u denkt dat die leerlingen enig nut zullen hebben, waarom laat u ze dan niet met de machine meelopen?”
“Omdat ze, al is alles wat u zegt waar, de kinderen niet zonder boot kunnen bereiken. Als Nick en zijn vrienden ook te voet gaan zoeken is dat waarschijnlijk tijdverspilling, want dan moeten ze helemaal terug voor de boot als ze de scaaf eenmaal vinden.”
“Juist ja,” zei de Drommiër. Raeker keek hem even aan. De kerel was ongewoon minzaam, gezien de omstandigheden. Maar de man had geen tijd om bij de mogelijke reden stil te staan; Nick en zijn kameraden eisten al zijn aandacht. Toch sprak hij over zijn schouder — indachtig de opdracht van Rich om de grote otter zo beleefd mogelijk te behandelen: “Er is iets dat nuttig kan zijn. U hebt de hele tijd met uw zoon gepraat, net als Raadsheer Rich en ik met Easy. Dacht u dat hij er met een extra taak op vooruit zou gaan?”
“Wat dan?”
“Kijk, als hij net zo goed in talen is als we van Easy dachten, kan hij er misschien beter achter komen wat de holbewoners in hun schild voeren. Snel weet blijkbaar net zo goed waar het kamp is als waar de scaaf ligt. Het zou een hele steun zijn als iemand hem de onderlinge richting kon ontfutselen.
De uitdrukking van de Drommiër was niet te lezen, maar zijn stem wekte een indruk van grote instemming, voor zijn doen.
“Dat is de eerste verstandige opmerking in vijf weken,” zei hij. “Ik zal het Aminadorneldo uitleggen. Ik kan niet verwachten dat het meisje dat zelf doet, of hem helpt.” De diplomaat diende geprezen te worden voor wat bij hem het uiterste was in tact, beleefdheid en zelfbeheersing — hij had niet eens geopperd dat je geen hulp mocht verwachten van een mens, waar het een situatie betrof die verstand vereiste. Hij besloot persoonlijk naar de verbindingskamer te gaan en niet van hieruit te handelen — het relaisstelsel was betrouwbaar, maar opgesteld in een hoek die om anatomische redenen nogal ongemakkelijk voor hem was. Helaas bleek de toestand in de andere ruimte nog erger; het was er propvol met mensen. Door het voorste deel van zijn lange lijf op te tillen kon hij met gemak over ze heen kijken, en hij ontwaarde zo het gezicht van het mensenkind op het scherm van de scaaf. Zijn eigen zoon was ook te zien, helemaal achteraan, maar alleen de mensenstem was hoorbaar — zoals altijd, bedacht hij. De mannen luisterden gespannen en zonder nadenken hield Aminadabarlee stil om hetzelfde te doen, voor hij de wezens in zijn pad uiteenjoeg.
“Hoe we de vraag ook stellen, we krijgen steeds hetzelfde antwoord,” zei ze net. “Eerst leek hij verbaasd dat we het niet wisten. Daar is hij nu overheen, maar hij houdt vol dat Nick en Fagin hem zeiden waar we lagen.”
“Hoe vaak je dat ook zegt, mij klinkt dat nogal dwaas,” snauwde een van de geleerden.
“Weet je zeker dat het niet aan de taal ligt?”
“Heel zeker.” Easy leek niet verontwaardigd over deze vraag. “U wilde weten hoe hij ons zo gauw vond, en dat vroeg ik. Hij beweert dat Nick hem de nodige gegevens verschafte, en die had het weer van de robot; dat heb ik u verteld. Ik herinner me niet precies wat ze tegen de gevangene zeiden toen ze hem hadden. U kunt beter de opname afdraaien om te zien wat u ervan terugvindt. Ofwel de gevangene zelf leidde het af uit wat Nick zei of Snel deed het uit het verslag van de gevangene. Het eerste lijkt me logischer.”