Выбрать главу

De vrouw: „Oh… mijn zomer– of winterkleren (мои летние или зимние вещи: «платья»)?”

„Maakt me niet uit (мне все равно: «мне ничего не составляет»)”, zegt de man (говорит муж). „Wegwezen (уматывай; weg – прочь; wezen – быть, существовать)!”

Een man wint de loterij en komt verheugd thuis. „Vrouw, ik heb de loterij gewonnen, pak je koffers!” zegt hij blij.

De vrouw: „Oh, mijn zomer– of winterkleren?”

„Maakt me niet uit”, zegt de man. „Wegwezen!”

Goede stofzuiger

(Хороший пылесос)

Er komt een vertegenwoordiger in stofzuigers langs (заходит представитель по продаже пылесосов; tegenwoordig – настоящий, существующий; присутствующий) bij een boerderij (в крестьянское хозяйство = на ферму). Hij belt aan (он звонит), de boerin doet open (хозяйка: «крестьянка» открывает; opendoen – открывать, отворять). De vertegenwoordiger begint te praten (представитель заговаривает: «начинает говорить»; praten – говорить, разговаривать; болтать).

„Dag mevrouw (здравствуйте, госпожа), ik ben vertegenwoordiger van de heel goede stofzuigers (я являюсь представителем очень хороших пылесосов; stof – пыль; zuigen – сосать): die zuigen echt alles (они засасывают действительно всё; echt – настоящий, подлинный; по-настоящему), maken alles schoon (всё чистят; schoonmaken – чистить, убирать). En om het te bewijzen (и чтобы это доказать), maak ik nu uw tapijt even vuil (я сейчас немного испачкаю ваш ковер; vuil – грязный, запачканный)”.

Hij gooit een hele doos met vuiligheid (он разбрасывает целую коробку с мусором) over de vloerbedekking (по ковровому покрытию; vloer – пол; bedekken – покрывать) en zegt (и говорит): „Met mijn stofzuiger (моим пылесосом) maak ik dat weer helemaal brandschoon (я сделаю ковер снова совершенно чистым)”. „Ik garandeer u (я вам гарантирую): elke korrel (каждую крупинку) die blijft liggen (которая останется лежать) eet ik persoonlijk van de vloer (я лично съем с пола)”.

Zegt de boerin (хозяйка говорит): „Nou begin dan maar (ну тогда приступай) vast te eten («несомненно» есть; vast – крепкий, прочный; наверняка) want we hebben geen elektriciteit (потому что у нас нет электричества)”.

Er komt een vertegenwoordiger in stofzuigers langs bij een boerderij. Hij belt aan, de boerin doet open. De vertegenwoordiger begint te praten.

„Dag mevrouw, ik ben vertegenwoordiger van de heel goede stofzuigers: die zuigen echt alles, maken alles schoon. En om het te bewijzen maak ik nu uw tapijt even vuil”.

Hij gooit een hele doos met vuiligheid over de vloerbedekking en zegt: „Met mijn stofzuiger maak ik dat weer helemaal brandschoon. Ik garandeer U: elke korrel die blijft liggen eet ik persoonlijk van de vloer”.

Zegt de boerin: „Nou begin dan maar vast te eten want we hebben geen elektriciteit”.

Bankoverval

(Ограбление банка)

Er wordt een bank overvallen (происходит ограбление банка: «банк грабится» = банк грабят; overvallen – нападать; vallen – падать). Zegt de bankbediende tegen de overvaller (служащий банка говорит грабителю): „De directeur heeft een verzoek (у директора есть просьба; verzoeken – просить). Of u even wilt glimlachen (или вы хотите = не хотите ли немного улыбнуться) want u wordt gefilmd (потому что вас снимают)”.

Er wordt een bank overvallen. Zegt de bankbediende tegen de overvaller: „De directeur heeft een verzoek. Of u even wilt glimlachen want u wordt gefilmd”.

Examen

(Экзамен)

De CIA organiseert een vergelijkend examen voor moordenaar (ЦРУ организует сравнительный экзамен для убийцы; vergelijken – сравнивать; gelijk – равный, одинаковый; moorden – убивать, совершать убийство). Een paar honderd kandidaten (пара сотен кандидатов) leggen een aantal proeven af (проходят несколько тестов: «сдают ряд/число испытаний»), waarna (после чего) er drie finalisten overblijven (остается три финалиста): twee mannen en een vrouw (двое мужчин и женщина).

De eerste man wordt bij de jury geroepen (первого мужчину вызывают к судьям/к жюри: «…становится призываемым…»; roepen – кричать; звать, призывать).

„Mijnheer”, zegt de voorzitter (господин, говорит председатель), „u moet nu (вы должны сейчас) een allerlaatste proef afleggen (пройти самый последний тест) om aan te tonen (чтобы показать) dat u in alle omstandigheden (что вы при любых обстоятельствах) welk bevel ook zult uitvoeren (выполните любой приказ: «будете выполнять»; welk bevel ook – любой приказ: «который приказ также»; bevelen – приказывать).”

„OK (хорошо)”.

„Hier is een geladen pistool (вот заряженный пистолет; laden – грузить, нагружать; заряжать). Uw vrouw zit in het lokaal hiernaast op een stoel (ваша жена сидит здесь рядом в соседней комнате на стуле; lokáal – помещение, комната; hiernaast – тут поблизости, близко). Ga binnen en schiet haar neer (войдите и застрелите ее; neer – вниз; neerschieten – застрелить, пристрелить; schieten – стрелять)!