Выбрать главу

’Waarom ging hij nu wel met een bloemetje op pad? Omdat hij een afspraak had met een vrouw, een vrouw die hij achtentwintig rozen wilde schenken.’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

’Van de vrouwen die in dit drama een rol speelden, was er één achtentwintig jaar… Vera de Koning.’

De Cock zweeg even.

’Vanaf dat moment werd mij veel duidelijk. Ik verwijt mijzelf dat ik te weinig aandacht heb geschonken aan de opmerking van dokter Den Koninghe dat de dader van de moord op Antonie de Lavaterne kleiner moest zijn dan het slachtoffer. Hij baseerde dat op de horizontale stand van de ponjaard in de rug van Antonie de Lavaterne.’

Vledder snoof.

’Vera de Koning was kleiner.’

De Cock knikte

’Ze was kleiner dan al haar slachtoffers. Had zij een motief?’ De Cock knikte opnieuw.

’Ik heb haar vanmiddag uitgebreid verhoord. Ze was voor mij een gemakkelijke verdachte. Ze bekende onmiddellijk en gaf ook toe dat ze de laatste tempelier zou hebben vermoord als ze daartoe de kans had gekregen.’

’Vanwaar die haat?’

De Cock gebaarde in de richting van Vledder.

’Gajus de Koning,’ ging hij vertellend verder, ’haar vader, was een schatrijk man. Door zijn donaties was hij al spoedig een prominent lid van de Broederschap van het Kruis. Hij stelde zelfs zijn kapitaal pand aan de Herengracht beschikbaar voor bijeenkomsten van de broederschap.

Vera de Koning was nog een kind toen haar vader lid werd. Ze groeide als het ware met de broederschap op. Vrijwel alle leden kenden en vertroetelden haar. Vera de Koning wist ook alles van het genootschap, de constructie, de gebruiken, zeden en gewoonten.

Ze bezat als geschenk van de grootmeester zelfs een sleutel van de tempel aan de Vrijheidslaan en kende de geheime sluiting van de kast in het grachtenhuis. De kast waarin de annalen van de broederschap werden bewaard. Ze was er als kind dikwijls getuige van dat de kast werd geopend. In die kast werden ook de ponjaards bewaard die aan een nieuw lid bij zijn aanstelling werd geschonken.’

Vledder schudde verbijsterd zijn hoofd.

’Ze kon dus vrijelijk over Ponjaards van het Kruis beschikken.’ De Cock knikte.

’Na de dood van haar moeder, ontwikkelden zich bij haar vader pedofiele neigingen. Hij begon jongens van tien, twaalf jaar mee naar huis te nemen. Vera betrapte haar vader een keer op een moment dat hij met zo’n jongen naakt onder de douche stond.’

De Cock nam nog een slok van zijn cognac.

’Op een dag,’ ging hij somber verder, ’meldde een spion van tempelier De Lavaterne dat Gajus de Koning een pedofiel was. De Lavaterne, die Gajus de Koning middels zijn bankzaken heel goed kende, bouwde zijn kennis verder uit. Hij verkreeg via zijn spionnen verklaringen van jongens die door Gajus de Koning seksueel waren misbruikt.’

Vledder hijgde.

’Chantage.

De Cock knikte.

’Antonie de Lavaterne ging zo ver met zijn chantagepraktijken jegens Gajus de Koning dat de tempelier Henry Cooperbrander hem daarover verwijten maakte. Cooperbrander haatte de praktijken van Antonie de Lavaterne. De ruzie tussen de twee tempeliers liep zo hoog op, dat ze elkaar op den duur naar het leven stonden.

Toen Vera de Koning wat ouder werd, kwam ze erachter dat haar vader door de tempeliers werd gechanteerd. Toen haar vader stierf, betrok ze haar huisje in het Gooi en zwoer de broederschap af. Ze meende dat het kapitale pand aan de Herengracht nog wel haar eigendom was. Ze bood het zelfs te koop aan.

Toen ze bemerkte dat het hele vermogen van haar vader naar de Broederschap van het Kruis was weggesluisd en ook het pand aan de Herengracht aan het genootschap toebehoorde, besloot ze wraak te nemen.’

Fred Prins knikte.

’Dat kan ik mij voorstellen.’

De Cock zuchtte.

’Ze maakte een afspraak met Antonie de Lavaterne in het pand aan de Herengracht en smeekte hem daar om het huis, waar ze haar hele leven had gewoond en waaraan zij dierbare herinneringen bewaarde, weer aan haar terug te geven. Antonie de Lavaterne weigerde.’

Vledder knikte.

’Het werd zijn dood.’

De Cock stak zijn beide handen naar voren.

’Dat was het begin. Heel handig zorgde ze ervoor dat onze aandacht na de dood van Antonie de Lavaterne volledig op de broederschap werd gericht.’

Vledder boog zich iets naar voren.

’Wist de tempelier Andreas van Aerdenburg werkelijk dat Vera de Koning de moorden had gepleegd?’

De Cock knikte.

’Dat wist ook Henry Cooperbrander. Ze had beide tempeliers benaderd met hetzelfde verzoek dat ze aan Antonie de Lavaterne deed.’

Vledder glimlachte

’Geef mij mijn pand aan de Herengracht terug.’

’Precies. Toen Andreas van Aerdenburg de telefoon pakte en Theodorus Termunten belde voor beraad, besefte ze plotseling dat ze groot gevaar liep om ontmaskerd te worden. Op dat moment stak ze toe. In de meditatiekamer hebben we gezien hoe dat ging.’

Appie Keizer zwaaide.

’Ik wil weten hoe je op het idee van die pop kwam?’ De Cock lachte.

’Sinds mijn onderzoek naar de moord op een clown[7] ken ik veel variétéartiesten, ook Don Alfredo, een vermaard poppenspeler, een man die zijn eigen poppen maakt en ze op een ingenieuze manier tot leven brengt.

Ik wilde het leven van de laatste tempelier van de broederschap niet in gevaar brengen en toch wilde ik hem als lokaas gebruiken. Ik kende geen locatie waar ik hem volledige bescherming kon bieden.’

De grijze speurder maakte een weids gebaar.

’Toen dacht ik aan Don Alfredo.’

’De poppenspeler.’

De Cock knikte.

’Door in de meditatiekamer een van de lampen uit het plafond te nemen, kon Don Alfredo zijn pop bedienen. Theodorus Termunten was met zijn sandalen, zijn indrukwekkend gewaad en lange zilvergrijze haren een figuur die vrij gemakkelijk te imiteren was.

Don Alfredo wilde voor zijn werk niets hebben. Hij vroeg alleen of hij de pop een keer in een voorstelling mocht gebruiken. Theodorus Termunten had geen bezwaar.’

De Cock zuchtte. Hij liet zich in zijn fauteuil terugzakken. De lange uiteenzetting had hem vermoeid.

Appie Keizer vroeg zijn aandacht.

’Kan die Vera de Koning ook van de moord op de laatste tempelier worden beschuldigd?’

De Cock glimlachte.

’Zijn drie moorden niet genoeg?’

De grijze speurder pakte de fles cognac en schonk nog eens in. Daarna zakte hij opnieuw in zijn fauteuil terug. Met een gevoel van voldoening nipte hij aan zijn tweede glas cognac. Mevrouw De Cock verdween naar de keuken. Ze kwam terug met schalen vol lekkernijen en liep presenterend rond. Hoewel de truc met de pop nog lange tijd onderwerp van gesprek bleef, raakte de gewelddadige dood van de tempeliers wat op de achtergrond.

Het was al vrij laat toen de laatste gasten vertrokken. De Cock nam zijn derde glas cognac. Zijn vrouw schoof een poef bij en ging pal tegenover hem zitten.

’Ze hebben het vanavond niet gevraagd,’ sprak ze liefjes, ’maar hoe zat het met die wijdopen deur van de villa in Naarden?’ De Cock glimlachte.

’Je had rechercheur moeten worden. Scherpzinnige vrouwen zoals jij kunnen we best gebruiken.’

Ze schudde haar hoofd.

’Hoe zat het met die deur?’

De Cock zette zijn glas op een bijzettafeltje.

’Zoals ik al vermoedde, zag Robert Finken iemand uit de villa van Cooperbrander komen. Het was Vera de Koning. Nieuwsgierig ging Robert Finken via die wijdopen deur de villa binnen en vond de vermoorde tempelier.

Zijn genegenheid voor zijn ex-vrouw was nog zo groot, dat hij zelfs na zijn arrestatie verzweeg wat hij had gezien.’ Mevrouw De Cock keek vertederd naar haar man op. ’Ik ken dat, oude liefde roest niet.’

вернуться

7

Zie: De Cock en de dood van een clown.