Выбрать главу

“Een bezopen verhaal?”

“Ja.”

“Dat is uw mening?”

“Ik weet niet precies wat ik ervan denken moet,” verzuchtte Jasper.

“Voorzover ik haar ken, is ze een nuchtere jonge vrouw, zelfbewust en heel intelligent. Ik heb nooit reden gehad om aan haar betrouwbaarheid te twijfelen.”

“Die reden heeft u nu?”

Jasper schudde zijn hoofd.

“Absoluut niet.”

De Cock maakte een berustend gebaar.

“Haar verhaal?” vroeg hij kort. Jasper van Houweningen verschoof iets op zijn stoel.

“Angela heeft pas geleden ergens in een lift van een warenhuis een volgens haar knappe lieve man leren kennen, van wie ze alleen weet dat hij Peter heet en vermoedelijk heel rijk is. Die Peter heeft een paar dagen geleden haar adres gevraagd en dat heeft ze hem gegeven.”

“Ook haar naam?”

Jasper trok zijn schouders op.

“Dat weet ik niet. Ik ben vergeten het Angela te vragen. Maar ik neem aan dat ze tegen hem ook haar naam heeft genoemd.”

“Zonder zijn naam en achtergrond te kennen?”

Jasper zuchtte.

“Precies. Ik vind dat ronduit stom. Dat heb ik haar ook verweten.”

De Cock glimlachte.

“Een omissie, een nalatigheid die ze nog altijd kan goedmaken.”

“Niet meer.”

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

“Niet meer?” herhaalde hij vragend.

Jasper maakte een afwerend gebaar.

“Laat mij eerst haar verhaal vertellen.”

Het klonk bijna bestraffend.

“Gaat u verder.”

“Vanavond, Angela schat zelf zo rond een uur of acht, stopte voor de deur van haar woning in de Van BoetZelaerstraat een taxi. De chauffeur van die taxi belde bij haar aan en gaf haar, begeleid door een hoffelijke buiging, een fraaie bos rode rozen. ‘Van Peter’, legde de chauffeur uit. ‘Peter nodigt u met deze bos fraaie rozen uit voor een gezellig etentje bij hem thuis. U kunt met mij meerijden. Peter heeft mij de opdracht gegeven om u te vervoeren…als u op zijn invitatie in gaat.’ Dat zei hij.”

De Cock keek Jasper verward aan.

“Dat heeft ze gedaan?”

In zijn stem trilde ongeloof. Jasper knikte.

“Terwijl de chauffeur in zijn taxi op haar wachtte, heeft Angela zich snel enigszins feestelijk aangekleed en is daarna met hem mee gereden naar een statig huis aan een van de grachten.”

“In Amsterdam?”

“Angela weet alleen niet meer welke gracht. Ze dacht de Herengracht, maar dat weet ze niet zeker. Die grachten lijken zoveel op elkaar.”

“Verder?”

“Toen ze met de taxi arriveerde, stond de buitendeur van dat statige grachtenhuis, het was een huis met een bordes, wijdopen en in het gehele huis brandden de lichten.”

“Angela is naar binnen gegaan?”

“Ja.”

“En?”

Jasper aarzelde even.

“Aan het eind van een lange marmeren gang vond ze links een open deur, die leidde naar een grote kamer met een monumentale schouw.”

De jongeman liet zijn hoofd iets zakken.

“Voor die schouw,” ging hij traag verder, “in een lederen fauteuil zat, scheef weggezakt, haar Peter.”

De Cock keek Jasper schuins aan.

“Dood?”

De jongeman knikte traag.

“Hij had een koord om zijn nek en in zijn voorhoofd zat een brandmerk.”

De Cock slikte.

“Een wat?” riep hij verrast.

“Een brandmerk.”

De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.

“Een echt brandmerk? Ik bedoel, zoals vroeger in Amerika de runderen werden gemerkt met het brandmerk van de ranch waartoe ze behoorden?”

Jasper knikte traag.

“Precies zo. Volgens Angela hing de geur van verschroeid vlees nog om het lijk.”

2

De Cock nam rustig de tijd om van zijn verbazing te bekomen. Intussen vormden zijn hersenen snel een korte analyse van het vreemde verhaal. Hij vroeg zich af of hij in het verleden wel eens met een vergelijkbare geschiedenis was geconfronteerd. Maar de rommelige zolderkamer van zijn herinnering gaf daarover geen uitsluitsel.

Hij nam de jongeman eens nauwkeurig in zich op. Het flanellen kostuum dat Jasper van Houweningen droeg, was van pure kwaliteit en goede snit. De blik uit zijn blauwe ogen was rustig en helder. Van zijn linkerhand, die op de rand van De Cocks bureau rustte, was de pink scherp gekromd, waardoor het leek of hij aan die hand een duim had en slechts drie hele vingers en een halve. De Cock herkende een contractuur van Dupuytren.[2]

“Wat heeft Angela gedaan na haar ontdekking?” vroeg hij vriendelijk. Jasper zuchtte.

“De nog sterk waarneembare geur van verschroeid vlees bracht Angela op de gedachte dat de moord op Peter kort voor haar komst was gepleegd. Ineens besefte ze dat de moordenaar best nog ergens in dat grote grachtenpand aanwezig kon zijn. Gillend en in paniek is ze via die lange marmeren gang naar buiten gerend.”

De Cock gebaarde.

“De taxi,” vroeg hij, “die haar had gebracht?”

“Was weg.”

“En?”

“Alsof de dood haar op de hielen zat is ze verder de gracht afgehold. Uiteindelijk kwam ze op het Rembrandtplein terecht. Eerst daar, tussen al die mensen, voelde ze zich weer enigszins veilig.”

“Heeft ze vanaf het Rembrandtplein een taxi genomen?”

Jasper schudde zijn hoofd.

“Naar haar idee had ze niet genoeg geld bij zich om een taxi te kunnen betalen.”

“Wat heeft ze dan gedaan?” vroeg De Cock verwonderd. Jasper maakte een hulpeloos gebaar.

“Dat begrijp ik ook niet,” sprak hij hoofdschuddend.

“Ze had gewoon met een taxi naar mij toe kunnen gaan, dan had ik de chauffeur wel betaald.”

“Hoe kwam ze dan bij u terecht?”

Jasper grinnikte.

“Op het Rembrandtplein nam ze lijn 9 naar het Centraal Station. Vandaar stapte ze over op lijn 12 en reed daarmee naar het Haarlemmerplein. De rest deed ze te voet.”

“Waar woont u?”

“Op de Houtmankade, vooraan, bijna op de hoek van de Schiemanstraat. Daar woonden wij ook samen voor onze relatie stukliep.”

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

“Waarom is Angela zelf niet gekomen om haar verhaal te vertellen?”

“Dat durfde ze niet. Angela was bang dat men bij de recherche haar verhaal niet zou geloven, dat men haar niet serieus zou nemen.”

De Cock wees naar de jongeman.

“Angela had er geen bezwaar tegen dat u mij het verhaal kwam doen?”

Jasper schudde zijn hoofd.

“Ik heb haar duidelijk gemaakt dat ze niet met zo’n groot geheim kon blijven rondlopen. Ik heb haar gezegd dat het de plicht van de burger is om in geval van moord de politie in kennis te stellen.”

De Cock leunde even in zijn stoel achterover.

“Braaf en heel deugdzaam.”

Jasper beluisterde de spot in De Cocks woorden.

“Zo denk ik er toch echt over,” sprak hij ernstig.

“Ik heb soms het gevoel dat de moderne mens zijn plichten niet meer wil kennen.”

“Ik zal het vreemde verhaal toch ook uit haar eigen mond moeten horen.”

“Dat begrijp ik,” antwoordde Jasper.

“Waar is zij nu?”

“Bij mij thuis.”

De Cock keek hem schuins aan.

“En daar blijft ze?”

Jasper glimlachte.

“De denk,” antwoordde hij aarzelend, “dat ik mijn best ga doen om Angela te overreden het samen toch nog eens te proberen. Het is twee jaar en drie maanden redelijk goed gegaan. Misschien kunnen we onze relatie prolongeren. Eerlijk gezegd, ik heb haar de laatste weken wel gemist.”

вернуться

2

Kromming van de pink als gevolg van de verschrompeling van het peesblad in de handpalm.